Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESCHIKKING
[verdachte]
per datum beslissing, 22 september 2022, onder de voorwaarden:
Gerechtshof Den Haag
Op 22 september 2022 heeft het Gerechtshof Den Haag in raadkamer uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam, die op 8 september 2022 de vordering tot gevangenhouding van de verdachte had afgewezen. De verdachte, een Spaanse vrachtwagenchauffeur, was niet verschenen in de raadkamer. De advocaat-generaal, mr. H.H.J. Knol, en de gemachtigd advocaat, mr. A.S. ten Doesschate, waren wel aanwezig. De advocaat-generaal betoogde dat de rechtbank ten onrechte de voorlopige hechtenis had opgeheven, gezien de ernstige bezwaren en de recidivegrond. De verdachte had op 27 augustus 2022 een ongeval veroorzaakt waarbij zeven personen om het leven kwamen en anderen gewond raakten. Er was een aanwijzing voor cocaïnegebruik in zijn bloed ten tijde van het ongeval. Het hof oordeelde dat er voldoende ernstige bezwaren waren en dat de voorlopige hechtenis gerechtvaardigd was. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd toegewezen, onder voorwaarden, waarbij het persoonlijke belang van de verdachte zwaarder woog dan het strafvorderlijke belang. De beslissing werd genomen met inachtneming van de voorwaarden waaronder de verdachte zich diende te gedragen tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.