ECLI:NL:GHDHA:2022:1839

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
2200269817
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordelingen voor diefstal en heling van beschermde vogels

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld voor het verwerven en in bezit hebben van beschermde vogels, waaronder Groenewang-amazones, Oranjekuif-kaketoes, Kraag-papegaaien, Beo's, Kookaburra's, Von Decken's tokkens, en andere soorten. De feiten vonden plaats tussen 4 september 2014 en 7 november 2014 in Drunen, Nederland. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.

Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in grote lijnen overgenomen, maar heeft de opgelegde straf gematigd. Het hof oordeelde dat de redelijke termijn van de procedure, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met meer dan drie jaar was overschreden. Dit leidde tot de beslissing om de taakstraf te verlagen van 70 uren naar 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Het hof heeft ook beslist over het beslag en gelast de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte en een derde partij.

De uitspraak bevestigt de eerdere veroordeling voor de feiten, maar corrigeert de strafmaat in het licht van de overschrijding van de redelijke termijn. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen, waaronder de Flora- en faunawet en het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002698-17
Parketnummer: 09-997565-14
Datum uitspraak: 22 september 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Den Haag van
6 juni 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboorteplaats] 1961,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf van
70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Tevens is beslist op het beslag, zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 4 september 2014 tot en met 7 november 2014 te Drunen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk,
één of meer dieren, behorende tot een beschermde uitheemse diersoort, aangewezen krachtens artikel 5 van de Flora- en faunawet bij de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten van de Flora- en faunawet in artikel 4 en genoemd in Bijlage A en/of B bij de basisverordening: Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie, zoals die gold in de periode van 4 september 2014 tot en met 7 november 2014,
te weten (onder andere)
(Bijlage A)
- 2, in elk geval een of meer Groenewang-amazone(s) (Amazona viridigenalis) en/of
- 1 Oranjekuif-kaketoe (Cacatua sulphurea citrinocristata) en/of
(Bijlage B)
- 2, in elk geval een of meer Kraag-papegaai(en) (Deroptyus accipitrinus accipitrinus) en/of
- 2, in elk geval een of meer Beo('s) (Gracula religiosa), heeft verworven en/of onder zich heeft gehad;
2.
hij in of omstreeks de periode van 4 september 2014 tot en met 7 november 2014 te Drunen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
17, in elk geval een of meer vogel(s), in elk geval (een) goed(eren), te weten
- 2, in elk geval een of meer Groenewang-amazone(s) (Amazona viridigenalis) en/of
- 1 Oranjekuif-kaketoe (Cacatua sulphurea citrinocristata) en/of
- 2, in elk geval een of meer Kraag-papegaai(en) (Deroptyus accipitrinus accipitrinus) en/of
- 2, in elk geval een of meer Beo('s) (Gracula religiosa) en/of
- 2, in elk geval een of meer Kookaburra('s) en/of
- 2, in elk geval een of meer Von Decken's tok(s) en/of
- 2, in elk geval een of meer witkuifgaai(en) en/of
- 2, in elk geval een of meer eksterklauwier(en) en/of
- 2, in elk geval een of meer zijdestaart(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van het beslag heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot teruggave van de in beslag genomen goederen aan de verdachte respectievelijk [rechthebbende].
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep – waaronder in het bijzonder begrepen hetgeen is aangevoerd door de raadsman en de verdachte - heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter. Het hof is van oordeel, dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis, waarvan beroep, met overneming van gronden behoort te worden bevestigd, behalve voor wat betreft de opgelegde gevangenisstraf en de motivering daarvan, maar uitsluitend daar waar het betreft de motivering ten aanzien van de ontstane overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Het vonnis moet op die onderdelen worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.
Overschrijding redelijke termijn
Het hof is - alles afwegende en met overneming van de strafmotivering van de rechtbank - van oordeel dat in beginsel een taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis, een passende en geboden reactie vormt.
Het hof heeft evenwel in aanvulling hierop geconstateerd dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 EVRM, met circa 3 jaren en 3 maanden is overschreden in de procesfase die is gelegen tussen het instellen van het hoger beroep op 19 juni 2017 en het wijzen van het onderhavige arrest op 22 september 2022.
Daarom zal het hof de hiervoor overwogen straf matigen, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal, tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair
20 dagen hechtenis.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 13 van de Flora- en faunawet, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
2 Zijdestaarten
Eksterklauwieren.
Gelast de teruggave aan [rechthebbende] van:
3. 2 2 Kookaburra’s
3. 2 2 Von der Decken tokken.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. L.J.M. Janssen en mr. F. de Jong, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 september 2022.
Mr. F. de Jong is buiten staat dit arrest te ondertekenen.