Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8584999/RL EXPL 20-10613
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 3 juni 2021, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 4 maart 2021 (hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 29 juni 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- de akte overlegging producties van [appellante] van 8 oktober 2021 (met bijlagen);
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 oktober 2021;
- de memorie van grieven van [appellante], met bijlage;
- de memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel van Haag Wonen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van [appellante].
3.Feitelijke achtergrond
(i) De huurprijs over de periode 1 augustus 2012 tot 1 september 2018 wordt vastgesteld op € 567,56 per maand;
(ii) Het maandelijkse bedrag aan voorschot op de servicekosten vanaf 1 september 2018 wordt vastgesteld op € 25,10 en
(iii) Partijen doen afstand van het recht om deze overeenkomst (buiten of in rechte) te ontbinden of te vernietigen.
4.Procedure bij de rechtbank
a) de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden;
b) [appellante] veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde;
c) [appellante] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand in de periode van
1 september 2018 tot 1 november 2020 ten bedrage van € 2.528,53;
d) [appellante] veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van
€ 172,04, en van de rente tot 1 juni 2020 van € 4,59;
e) [appellante] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 627,22 per maand
vanaf 1 december 2020 tot de ontruiming;
f) [appellante] veroordeeld in de proceskosten.
- Uitgegaan wordt van de op 8 augustus 2018 bij de mondelinge behandeling (in de 2018-zaak) afgesproken huurprijs tot 1 september 2018 van € 567,56.
[appellante] komt geen beroep toe op vernietiging van deze afspraken.
- Per 1 juli 2019 is de huur verhoogd naar € 582,32 plus € 25,10 aan servicekosten (samen € 607,42).
- Per 1 juli 2020 is de huur verhoogd naar € 602,12 plus € 25,10 aan servicekosten (samen € 627,22).
- De door Haag Wonen overeenkomstig het voorgaande gespecificeerde huurachterstand tot en met de maand november 2020 bedraagt € 2.528,53. Dit rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, met dien verstande dat, gelet op de strekking van het door [appellante] gevoerde verweer, er aanleiding is om [appellante] een terme de grâce toe te kennen.
- De weren van [appellante] (de hernieuwde discussie over het onderhoud van het gehuurde, de vernietiging van de vaststellingsovereenkomst en haar langdurige bewoning van het gehuurde) worden verworpen.
5.Bezwaren in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 4 maart 2021;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in het principaal hoger beroep, aan de zijde van Haag Wonen tot op heden begroot op € 772,-- aan griffierecht en
- veroordeelt Haag Wonen in de kosten van het geding in het incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellante] tot op heden begroot op € 557,-- aan salaris advocaat en verklaart dit arrest ten aanzien van deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.