Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/587933 / HA ZA 20-138
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 18 juni 2021, waarmee [appellante 1] c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 7 april 2021;
- de memorie van grieven van [appellante 1] c.s., met bijlage;
- de memorie van antwoord van de Staat.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
onaanvaardbaaris. Die maatstaf brengt tot uitdrukking dat de nodige terughoudendheid moet worden betracht bij het buiten toepassing laten van wat krachtens de wet, de gewoonte of rechtshandeling geldt. De rechtbank overwoog ook terecht dat er alleen plaats is voor de toepassing van deze correctie in zeer uitzonderlijke gevallen, op grond van door [appellante 1] c.s. te stellen bijzondere omstandigheden.
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 7 april 2021;
- veroordeelt [appellante 1] c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de Staat tot op heden begroot op € 772,- aan verschotten en € 3.342,- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.