Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8024816 \ CV EXPL 19-38732
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 1 juli 2020, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 10 april 2020;
- het arrest van dit hof van 22 december 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven van [appellante];
- de memorie van antwoord tevens houdende een vermeerdering van eis van [verweerster].
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
- primair: € 31.349,21 ter zake van de openstaande factuur; subsidiair: een door de kantonrechter te bepalen bedrag ter zake van het door [appellante] verschuldigde redelijk loon;
- € 1.088,49 voor buitengerechtelijke kosten;
- de wettelijke rente over de onbetaalde factuur;
5.Vorderingen in hoger beroep
- het gehele openstaande factuurbedrag van € 31.349,21;
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.088,49;
- de wettelijke rente over de factuur, die tot de dag van dagvaarding € 240,48 bedraagt, tot aan de dag van algehele betaling;
- met veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding, inclusief nakosten.