ECLI:NL:GHDHA:2022:1460
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.A.M.J. Janssen-Timmermans
- O.M. Harms
- R. van der Hoeven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijspraak en veroordeling in strafzaak met betrekking tot vuurwapengebruik en bedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 26 november 2021. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren voor de onder 3 primair impliciet subsidiair, 4, 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde feiten. Het hoger beroep was aanvankelijk onbeperkt ingesteld, maar werd later beperkt tot de beslissingen omtrent het onder 3 tenlastegelegde. Het hof heeft vastgesteld dat het niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte met een echt vuurwapen heeft geschoten. De verdachte had de aangever bedreigd, maar het hof kon niet vaststellen dat er daadwerkelijk met een vuurwapen was geschoten. De verdachte werd vrijgesproken van het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde. Voor de feiten onder 4, 5, 6, 7 en 8 werd de gevangenisstraf vastgesteld op 2 jaren, met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte voor het onder 3 tenlastegelegde werd vrijgesproken. Het hof heeft ook de verbeurdverklaring van bepaalde inbeslaggenomen voorwerpen bevolen.