Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 8890917 / VV EXPL 20-480
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 15 februari 2021, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis in kort geding van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 januari 2021;
- de memorie van grieven houdende wijziging van eis van [appellant] , met bijlagen;
- het arrest van dit hof van 16 november 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van antwoord van [verweerster] , met bijlage;
- het schriftelijke pleidooi van [appellant] , met bijlagen;
- het schriftelijk pleidooi van [verweerster] .
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter in kort geding
5.Vordering in hoger beroep en verweer
I. veroordeling van de vrouw om de woning te ontruimen;
II. veroordeling van de vrouw om afschriften over te leggen van of inzage te geven
in:
(a) het document van 27 december 2018 en eerdere door de vrouw gestelde
huurovereenkomsten en
(b) betalingsbewijzen dan wel bankafschriften waaruit de betaling van de huur
blijkt over de periode tussen 13 juli 2016 en 31 december 2017, op straffe van
een dwangsom; alsmede
III. veroordeling van de vrouw in de kosten van beide instanties.
€ 1.500,-- en € 2.700,-- genoemd, maar dit heeft de vrouw nooit aan huur betaald. De vrouw betaalde altijd de hele huur. Het is dus niet juist dat haar broer ( [broer] ) een deel van de huur betaalde.
6.Beoordeling in hoger beroep
De gevorderde ontruiming
De gevorderde stukken (artikel 843a Rv)
€ 2.700,-- per maand. Deze discrepanties zijn niet te verklaren. Bovendien zijn er geen betaalbewijzen geproduceerd over 2017, laat staan over de jaren 2018 en 2019. Ook de december-huurovereenkomst wordt door de man betwist. Voor handschriftkundig onderzoek is nodig dat een eventuele deskundige inzage krijgt in de originele huurovereenkomst waarop de vrouw zich beroept.
7.Beslissing
het gaat daarbij om:
- de huurovereenkomst met [verhuurster] van juli 2016 en
- de betalingsbewijzen over december 2016 tot en met december 2017;
A.J. Swelheim en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2022 in aanwezigheid van de griffier.