Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de eventuele mogelijkheid van onderlinge overeenstemming over deze geschilpunten onder regie van het hof;
- zonodig een bespreking van de financiële positie van partijen en de toedeling van de voormalige echtelijke woning (peildatum waardering, waarde woning, mogelijkheden financiering).”
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
1 november 2016 vast te stellen op € 1.951,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, met veroordeling van de man in de kosten van het geding zowel in het principaal als in het incidenteel appel.
5.De motivering van de beslissing
21 april 2022 in hoger beroep nog gewijzigd. Nu de man geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze wijziging, zal het hof uitgaan van het gewijzigde verzoek van de vrouw.
€ 3.601,- netto per maand en haar aanvullende behoefte € 1.970,- netto/€ 3.749,- bruto per maand (wijziging incidenteel hoger beroep van 21 april 2022, randnummer 4). Nu de man de door de vrouw gestelde behoefte en aanvullende behoefte niet heeft weersproken, neemt het hof deze tot uitgangspunt.
½ x € 349,- = € 174,- per maand.
€ 78.000,-. De vrouw heeft zich hiermee in beginsel akkoord verklaard mits zij onderbouwende stukken zou ontvangen, hetgeen de man heeft toegezegd.
1 januari 2022 bekrachtigen.
zoverre - overeenkomstig beslissen.