ECLI:NL:GHDHA:2022:1324

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
2200125822RK
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met onttrekking aan tenuitvoerlegging

Op 10 juni 2022 heeft de verdachte een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof Den Haag met het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis. Dit verzoek is op 14 juli 2022 behandeld in de raadkamer van het hof. De verdachte is, ondanks een behoorlijke oproeping, niet verschenen. Tijdens de zitting zijn de gemachtigd advocaat, mr. J.A. Schadd, en de advocaat-generaal, mr. B. van Roessel, gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte.

Het hof oordeelt dat er ernstige bezwaren en gronden zijn om de voorlopige hechtenis te handhaven, mede gezien het veroordelend vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 april 2022. De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte eerder voor een lange periode geschorst is geweest en momenteel een goedlopende onderneming runt. Daarnaast werd gesteld dat de voorlopige hechtenis in deze fase van de strafvervolging geen doel meer dient.

Het hof overweegt echter dat het belang van de strafvordering zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van de verdachte. De verdachte heeft zich feitelijk onttrokken aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis, wat het hof ernstig aanrekent. Daarom heeft het hof besloten het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. De beschikking is op 14 juli 2022 gegeven door de voorzitter en leden van het hof, en is ondertekend door de griffier.

Uitspraak

datum beschikking: 14 juli 2022

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het verzoekschrift in de zaak van de verdachte, genaamd:

[verdachte]

geboren op [geboortdatum] 1985 te [geboorteplaats].
Procesgang
Op 10 juni 2022 is een verzoekschrift strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis binnengekomen bij de raadkamer van het gerechtshof Den Haag.
Het hof heeft dit verzoek op 14 juli 2022 in raadkamer behandeld.
De verdachte is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen in raadkamer.
In raadkamer zijn gehoord de gemachtigd advocaat mr. J.A. Schadd en de advocaat-generaal mr. B. van Roessel.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van het verzoekschrift en van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
De beoordeling van het verzoek
Het hof is van oordeel dat de ernstige bezwaren en gronden aanwezig zijn, mede gelet op het veroordelend vonnis van de rechtbank Den Haag d.d. 28 april 2022.
Namens de verdachte is verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, gelet op de persoonlijke belangen van de verdachte. Als belang van de verdachte is aangevoerd dat hij eerder voor een lange periode geschorst is geweest en nu een goedlopende onderneming runt. Daarnaast dient de voorlopige hechtenis in dit stadium in het kader van de strafvervolging geen doel meer, aldus de verdediging.
Ten aanzien van dit verzoek overweegt het hof dat het belang van strafvordering bij het voortduren van de voorlopige hechtenis – mede gelet op de ernst van de feiten waarvan hij wordt verdacht en het veroordelend vonnis – dient te prevaleren boven het belang van de verdachte bij schorsing van zijn voorlopige hechtenis.
Het hof merkt op dat de voorlopige hechtenis waarvan schorsing wordt gevraagd thans niet ten uitvoer wordt gelegd nu verdachte zich feitelijk daaraan onttrekt. Dat rekent het hof de verdachte ernstig aan.
Het voorgaande brengt mee dat het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen.
Beslissing
Het hof:
Wijst het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte af.
Deze beschikking is gegeven op 14 juli 2022 door
mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter,
mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville en mr. J.W. du Pon, leden,
in bijzijn van K. Roos, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 14 juli 2022
de advocaat-generaal