ECLI:NL:GHDHA:2022:1293

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
200.281.728
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging lidmaatschap door vereniging in verband met uitlatingen door lid; belangenafweging

In deze zaak gaat het om de opzegging van het lidmaatschap van [appellant] door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) naar aanleiding van uitlatingen die hij op zijn website en op een forum heeft gedaan over een vliegincident in Zuid-Afrika. [appellant], een voormalig professioneel verkeersvlieger, was sinds 1965 lid van de KNVvL en heeft in de jaren voorafgaand aan de opzegging verschillende omstreden berichten geplaatst die de KNVvL en haar leden in een negatief daglicht stelden. De KNVvL heeft het lidmaatschap opgezegd op basis van artikel 15 van haar statuten, dat de vereniging het recht geeft om het lidmaatschap op te zeggen bij gedrag dat in strijd is met de belangen van de vereniging of haar leden.

In hoger beroep heeft [appellant] de opzegging bestreden en vorderde hij een verklaring voor recht dat de opzegging nietig of vernietigbaar was, alsook toelating tot de vereniging en schadevergoeding. Het hof heeft geoordeeld dat de KNVvL in redelijkheid tot de opzegging heeft kunnen komen, gezien de aard van de uitlatingen van [appellant] en de belangenafweging tussen zijn recht op vrije meningsuiting en de bescherming van de eer en goede naam van de betrokken vliegers. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer hof : 200.281.728
Zaaknummer rechtbank : 09/576194 / HA ZA 19-707
Arrest van 19 juli 2022
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats]
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. R. Brekhoff te Amsterdam,
tegen:
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart,
gevestigd te Woerden,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de KNVvL,
advocaat: mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam.

1.De zaak in het kort

1.1
Deze zaak gaat over de vraag of de KNVvL het lidmaatschap van een van haar leden heeft mogen opzeggen in verband met het plaatsen van omstreden berichten door dat lid op de website van de KNVvL en een door hem beheerde zweefvliegwebsite.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 30 juni 2020, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 1 april 2020 (hierna: het vonnis of het bestreden vonnis);
  • de memorie van grieven, tevens houdende wijziging van eis, met producties;
  • de memorie van antwoord, met producties;
  • de schriftelijke toelichting (schriftelijk pleidooi) van de KNVvL, met productie;
  • de schriftelijke toelichting (schriftelijk pleidooi) van [appellant].

3.Feitelijke achtergrond

3.1
De rechtbank is in het vonnis van een aantal feiten uitgegaan. Over deze feiten bestaat geen discussie. Ook het hof gaat er daarom vanuit. [appellant] heeft wel geklaagd over de omstandigheid dat de door de rechtbank opgenomen feiten enerzijds niet volledig zijn, en anderzijds niet relevant, maar deze klacht kan niet tot vernietiging van het vonnis leiden. De omstandigheid dat een aantal van de door de rechtbank opgenomen uitlatingen uit een verder verleden (2014 tot en met 2017) dateert en daar indertijd nooit tegen is geageerd, neemt niet weg dat tussen partijen wel vaststaat dat deze door [appellant] zijn gedaan. Voorts is een rechter niet verplicht alle tussen partijen vaststaande feiten op te nemen in zijn feitenoverzicht. Het gaat erom dat hij alle voor de beslissing relevante feiten meeweegt. Daarvoor verwijst het hof naar zijn beoordeling.
3.2
Samengevat gaat het om het volgende.
( a) [appellant] is een voormalig professioneel verkeersvlieger. Hij is in 1965 lid geworden van de KNVvL. [appellant] woont in [woonplaats], maar verblijft ook in Zuid-Afrika om daar zweefvliegrecords te vliegen.
( b) De KNVvL is een vereniging die zich onder meer tot doel stelt om de sportieve en recreatieve luchtvaart te bevorderen. Onder de KNVvL vallen meerdere afdelingen waaronder de Afdeling Zweefvliegen. De Afdeling Zweefvliegen heeft een eigen afdelingsbestuur (hierna: ABZ). Zowel de KNVvL als de afdeling Zweefvliegen bestaat grotendeels uit onbetaalde vrijwilligers
( c) In de statuten van de KNVvL is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
"Artikel 15 Opzegging Lidmaatschap
(...)
De KNVvL kan het lidmaatschap opzeggen op grond van wanbetaling jegens de vereniging, gedrag of handelingen in strijd met de belangen en/of eer van de KNVvL dan wel de belangen en/of eer van de leden van de KNVvL, dan wel op andere wijze het in diskrediet brengen van de KNVvL, één en ander met inachtneming van de verplichtingen bij de beëindiging van het lidmaatschap.
(...)".
( d) Sinds 2009 beheert [appellant] een website, www.zweefvliegenonline.nl, waarop hij berichten plaatst die op het zweefvliegen betrekking hebben.
( e) [appellant] heeft zowel op zijn eigen website als op de website van de Afdeling Zweefvliegen berichten geplaatst waar de volgende citaten onderdeel van uitmaken:
Op 16 september 2014
"De KNVvL bestaat uit een groot aantal individuen. Medewerkers en mensen in bestuurlijke functies. Een niet onbelangrijk deel daarvan functioneert niet, is niet capabel, of regelrecht corrupt."
Op 21 augustus 2015
"Capabele mensen zijn niet of nauwelijks te vinden voor KNVvL functies, want die hebben wel wat beters te doen. Dan houd je de groep die het niet belangeloos doet over. De groep die in het dagelijks leven niets is, hongert naar macht en status en dat zo denkt te bereiken."
Op 26 juni 2016
"Zoals in mijn brief aan het ABZ (waar niet op is gereageerd) wordt gesteld, is nu deze vragenlijst aangetekend verzonden naar het hoofdbestuur. Als ook daar niet op wordt
gereageerd wordt het advocatenwerk. Belachelijk? Ja, dat ben ik met iedereen eens! Belachelijk, incompetent, frauduleus, kwaadwillend, plak er maar een etiket op. Zo wordt de zweefvliegerij bestuurd in Nederland. Het is niet anders."
Op 1 september 2016
"Het gaat over geld. Veel geld. Iedereen wil wel eens een leuke buitenlandse wedstrijd vliegen op andermans kosten. Die krenten in de taart worden toegeschoven aan vriendjes en niet noodzakelijkerwijs aan de beste vliegers. Dat heb ik persoonlijk vast kunnen stellen.
Zolang fraudeurs als [betrokkene 1] en [betrokkene 2] op handen gedragen worden binnen de innercircle, halen we onze schouders maar op over het Nederlandse wedstrijdgebeuren. "
Op 10 augustus 2017
"Het probleem is dat door jarenlang voortrekken en manipuleren door corrupte bestuursleden we nu gewoon minder keus hebben qua vliegers."
( f) Op 7 augustus 2018 heeft in Zuid-Afrika een vliegincident plaatsgevonden waarbij twee zweefvliegers, beide lid van de KNVvL, betrokken waren. Zij verloren controle over het vliegtuig. Dit werd veroorzaakt doordat de vliegers door een zuurstofgebrek op grote hoogte buiten bewustzijn raakten. Het vliegtuig is, toen de vliegers weer bij bewustzijn kwamen, veilig geland, zij het met schade aan de vleugels.
( g) [appellant] plaatste over dit vliegincident onder meer en voor zover hier van belang de volgende berichten op zijn eigen website dan wel op het forum van de website van de Afdeling Zweefvliegen:
Op 30 oktober 2018
"Het gaat om [betrokkene 3], gezagvoerder bij Transavia, lid Gelderse zweefvliegclub te Terlet en functionaris bij de KNVvL commissie sportzaken. (... )
en:
[betrokkene 4], instructeur en bestuurslid bij de Amsterdamsche club voor zweefvliegen te Soesterberg."
Eveneens op 30 oktober 2018
"En, ja, het gaat om de twee voornoemde vliegers. Dat staat inmiddels vast. Hoewel zij tot op heden altijd hun IGC file op de OLC publiceerden, is dat met de laatste vlucht niet gebeurd. Waarom denk je dat die file wordt achtergehouden?"
Op 1 november 2018
"Het verliezen van vleugeldelen doet het vermoeden rijzen dat er regels/limieten overschreden zijn. Maar, deze persoon maalt niet om die regels en zal daar dus wel voor tekenen. Omdat de KNVvL het ook niet zo nauw neemt met de regels, weet je het maar nooit.
Een ding staat vast. we hebben weer een nieuw Nederlands woord. "comazuipers" is nog niet zo oud maar ·wordt nu opgevolgd door ''comavliegers "." ·
( h) [appellant] heeft bij de Zuid-Afrikaanse autoriteiten geïnformeerd naar het incident. Op 5 november 2018 ontving [appellant] een e-mail van [senior manager], Senior Manager bij de South African Accident and Incident lnvestigations Division, waarin onder meer het volgende is vermeld: ·
"With regards to your email you state that the pilot lost consciousness and regained it before landing safely at the intended destination airport. Also the airport he/she landed on is not manned (no Air Traffic Control) and as a result if the pilot does not report, then AIID/our office will not know about the occurrence.
In our records we do not have ZS-GPL registered thus it is likely that it was never reported to us hence it was not registered and no investigation ·was conducted."
( i) [appellant] heeft onder meer de bovenstaande tekst uit dit e-mailbericht in een bericht op zijn website geplaatst.
( j) Op 6 november 2018 plaatste [appellant] een bericht waarin onder meer het volgende
staat vermeld:
"De vliegers zeggen dat het gemeld is en dat zal beslist wel zo zijn. Maar waarschijnlijk via Mik en Mak aan oma Tingeling in het huisje op de vier windstreken."
( k) De KNVvL heeft het lidmaatschap van [appellant] bij brief van 28 november 2018 opgezegd. In de brief staat vermeld:
"Op 29 oktober 2018 heeft u een discussie geopend op de openbare website Zweefportaal.nl, waarin u, ook via een link naar een andere website, met naam en toenaam twee zweefvliegers, beiden lid van de (….) (‘KNVvL’), ten onrechte heeft beticht van onbehoorlijk en onzorgvuldig handelen, althans heeft geïnsinueerd dat daarvan sprake zou zijn, met betrekking tot een luchtvaartincident.
In de daarop volgende discussie op Zweefportaal.nl heeft u zich vervolgens herhaaldelijk negatief uitgelaten over de persoonlijke integriteit van één van beide vliegers, en heeft u de zorgvuldigheid waarmee de KNVvL te werk gaat in twijfel getrokken. Daar komt bij dat u in het verleden in het openbaar ten onrechte medewerkers en leden
van de KNVvL heeft beticht van frauduleus en onbehoorlijk handelen, althans geïnsinueerd heeft dat daarvan sprake zou zijn.
Uw handelen in dezen, en in het verleden, is in strijd met de belangen en/of de eer van de KNVvL en van de belangen en/of eer van de betrokken leden van de KNVvL.
Gelet op het bepaalde in artikel 15 lid 2 van de Statuten van de KNVvL, zegt het Hoofdbestuur van de KNVvL hierbij uw lidmaatschap van de KNVvL op tegen 1 januari 2019."
( l) [appellant] heeft door middel van een kortgedingprocedure bij de rechtbank Midden- Nederland gevorderd dat het opzeggingsbesluit zou worden geschorst en dat de KNVvL zou worden bevolen om hem weer als lid toe te laten totdat in een bodemprocedure een
oordeel zou zijn gegeven over de vernietiging van het opzeggingsbesluit. Bij vonnis van 6 maart 2019 (zaaknummer C/16/473853 / KG ZA 19-39) heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de KNVvL niet in redelijkheid tot opzegging kon komen en haar opzeggingsbevoegdheid heeft misbruikt. De vordering van [appellant] werd afgewezen.
( m) Op 19 maart 2019 plaatste [appellant] het volgende bericht op zijn website:
"Het melden van ongevallen/incidenten
Tja. als het op onder de tafel werken van ongevallen een wedstrijd zou zijn, dan verdient de KNVvL de gouden medaille.
De clubs zien een ongeval als een interne aangelegenheid en ieder lid dat daarvan iets naar buiten brengt komt dicht bij een royement.
Het lijkt er sterk op dat de KNVvL deze visie ondersteunt. Zij produceert zelfs ongevallenraporten die volgens de bevoegde autoriteitennooit zijn ingeleverd. Dit laatste als bewijs om een lid te kunnen royeren dat de moed had om die mededeling van de voornoemde autoriteiten te publiceren. Zo neemt de KNVvL willens en wetens wetsovertreders in bescherming."

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
[appellant] heeft de KNVvL gedagvaard en, samengevat, een verklaring voor recht gevorderd dat het opzeggingsbesluit nietig dan wel vernietigbaar is. Daarnaast verzocht [appellant] om de KNVvL te bevelen om hem als lid toe te laten en toegelaten te houden. Verder verzocht [appellant] – na wijziging van eis – om een verklaring voor recht dat de KNVvL aansprakelijk is voor de door hem (als gevolg van de onrechtmatige opzegging) geleden materiele en immateriële schade.
4.2
De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen en [appellant] in de kosten veroordeeld.

5.Vordering in hoger beroep

5.1
[appellant] is in hoger beroep gekomen omdat hij het niet eens is met het vonnis. Hij heeft verschillende grieven tegen het vonnis aangevoerd. [appellant] heeft zijn eis gewijzigd. Hij vordert nog steeds een verklaring voor recht dat de opzegging nietig dan wel vernietigbaar was en toelating tot de vereniging. Verder vordert hij € 12.000,-- aan schadevergoeding in verband met door hem gemaakte advocaatkosten.
5.2
Kort gezegd zijn de bezwaren van [appellant] dat de rechtbank niet de juiste belangenafweging heeft gemaakt. Hij meent dat zijn recht op vrije meningsuiting had moeten prevaleren, omdat niet valt aan te nemen dat de beide bij het ongeval betrokken vliegers zich aangetast hebben gevoeld in hun eer en goede naam, terwijl hij groot belang heeft bij zijn lidmaatschap van de KNVvL. Zonder dat lidmaatschap kan hij zich in Nederland niet WA-verzekeren, aldus [appellant].

6.Beoordeling in hoger beroep

Bevoegdheid Nederlandse rechter/toepasselijk recht
6.1
Ingevolge het bepaalde in artikel 24, tweede lid en/of artikel 26 Brussel I bis-Verordening is de Nederlandse rechter bevoegd van het geschil kennis te nemen.
6.2
Over de toepasselijkheid van Nederlands recht bestaat tussen partijen geen verschil van mening, zodat ook het hof – in navolging van de rechtbank – daarvan uitgaat.
Opzeggingsbesluit rechtmatig?
6.3
Partijen zijn – naar het oordeel van het hof terecht – niet opgekomen tegen het door de rechtbank in rov. 4.2 t/m 4.4 geschetste beoordelingskader. Dit betekent dat ook het hof tot uitgangspunt zal nemen dat de KNVvL een grote beleidsvrijheid heeft bij het nemen van een besluit, zodat het opzeggingsbesluit slechts dan onrechtmatig kan worden geoordeeld indien de KNVvL in de gegeven omstandigheden, waaronder de door haar behartigde belangen, niet in redelijkheid tot een zodanige maatregel heeft kunnen komen. Dit betekent dat er een redelijke verhouding dient te bestaan tussen de belangen van de KNVvL die worden gediend met de opzegging, en de belangen van [appellant] om lid te blijven van de KNVvL.
6.4
De KNVvL heeft aangevoerd dat de berichten van [appellant] over het zweefvliegincident dat zich heeft voorgedaan in Zuid-Afrika voor haar de aanleiding vormden om het lidmaatschap van [appellant] te beëindigen, maar dat de oorzaak voor de opzegging (mede) ligt in het gedrag en de opstelling van [appellant] in de daaraan voorafgaande jaren. Dat voormeld gedrag en opstelling voor de KNVvL hebben meegewogen is ook vermeld in de opzeggingsbrief (zie hiervoor onder 3.2 onder k). Dit betekent dat – anders dan [appellant] meent – in ieder geval in het kader van de devolutieve werking van het hoger beroep de hiervoor onder 3.2 onder e genoemde uitlatingen mede in de afweging dienen te worden betrokken. Door deze uitlatingen, waarbij bestuurders, medewerkers en vrijwilligers van de KNVvL het hebben moeten ontgelden, heeft [appellant] – aldus de KNVvL – haar leden gekrenkt en het imago van de KNVvL geschaad. Bovendien is hij daarmee na de opzegging niet gestopt, getuige de op 19 maart 2019 (zie hiervoor onder 3.2 onder m) op zijn website plaatste uitlating, aldus KNVvL. Hoewel [appellant] terecht heeft opgemerkt dat laatstgenoemde uitlating dateert van na de opzegging, zodat ervan moet worden uitgegaan dat de KNVvL deze uitlating niet heeft meegewogen toen zij haar besluit nam, betekent dit niet dat deze uitlating zonder betekenis is. Bij de beoordeling van de vraag of KNVvL dient te worden veroordeeld [appellant] weer toe te laten tot de vereniging en hem toegelaten te houden, is immers een ex nunc-toets op zijn plaats. Genoemde uitlatingen – zowel die van voor het incident in augustus 2018, als die van na de opzegging van het lidmaatschap in november 2018 – rechtvaardigen in combinatie met de uitlatingen over het incident (zie hierna) het oordeel dat moet worden gevreesd dat [appellant] zich weinig gelegen laat liggen aan de belangen en/of de eer van (de leden van) de KNVvL, oftewel versterken het belang van de KNVvL bij opzegging.
6.5
Mede gezien de uitlatingen van [appellant] in de periode 2014-2017 is het hof met de rechtbank van oordeel dat de KNVvL naar aanleiding van de berichten over het zweefvliegincident in Zuid Afrika het lidmaatschap van [appellant] in redelijkheid heeft mogen opzeggen. Het hof maakt de overwegingen van de rechtbank ter zake (rechtsoverwegingen 4.7 t/m 4.15 en 4.19 t/m 4.21 van het bestreden vonnis) tot de zijne en voegt daar het volgende aan toe.
6.6
De omstandigheid dat de betrokken vliegers niet zelf richting [appellant] hun ongenoegen over de berichtgeving over het zweefvliegincident hebben geuit, leidt er niet toe dat moet worden aangenomen dat zij van mening waren dat [appellant] zich niet onredelijk/onzorgvuldig tegenover hen heeft gedragen. De KNVvL heeft in hoger beroep e-mails overgelegd waarin de betrokken vliegers verklaren zich bij de KNVvL te hebben beklaagd. Daarop heeft [appellant], hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, niet gereageerd. Maar doorslaggevend is dat niet: de KNVvL is blijkens haar statuten immers bevoegd het lidmaatschap op te zeggen bij gedrag of handelen in strijd met de belangen en/of de eer van de leden van de KNVvL en daarvan is hier naar het oordeel van het hof sprake. Een klacht van de desbetreffende leden is daartoe niet vereist.
6.7
[appellant] heeft verder aangevoerd dat de forumgebruikers die ageerden tegen het feit dat hij in zijn berichtgeving over het vliegincident de namen noemden van de betrokken vliegers, een eigen belang hadden. Wat hiervan ook zij, dit doet er niet aan af dat onweersproken is dat het in de luchtvaart gebruikelijk is om bij onderzoeken naar onveilige situaties en incidenten de namen van de betrokken personen niet te noemen. Dit omdat niet het aanwijzen van een schuldige voorop staat, maar het trekken van lering uit het gebeurde. Het hof is met de KNVvL van oordeel dat het van belang is dat dit (zoveel mogelijk) zo blijft, om te voorkomen dat betrokkenen er liever het zwijgen toe doen dan met naam te worden bekend gemaakt. Daarmee zou de veiligheid in de luchtvaart immers worden geschaad.
6.8
[appellant] heeft zich verder beroepen op zijn recht van vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Dat recht moet in het onderhavige geval worden afgewogen tegen het recht op bescherming van de eer en goede naam van de beide vliegers. Anders dan [appellant] meent, valt de belangenafweging niet uit in zijn voordeel. Dit was mogelijk anders geweest als [appellant] zich, gegeven het feit dat hij de namen van de betrokken vliegers heeft genoemd, had beperkt tot een feitelijke weergave van het gebeurde, zonder de door hem gebruikte insinuaties dat mogelijk/waarschijnlijk sprake is van (strafrechtelijk) verwijtbaar gedrag. Dit geldt te meer omdat van (strafrechtelijk) verwijtbaar gedrag van de vliegers niet is gebleken. Dat de uitlatingen als een poging tot humor bedoeld waren, is voor het hof niet aanstonds duidelijk. Waar het feitelijk om gaat, is dat de leden van een vereniging zich tegenover elkaar redelijk en billijk dienen te gedragen. Dit betekent niet dat zij zich niet – binnen het betamelijke – kritisch over elkaar mogen uitlaten, maar juist aan het betamelijke heeft het in deze geschort. De omstandigheid dat de betrokken vliegers bekend zijn binnen de zweefvliegwereld, brengt niet met zich dat zij in dat kader zich meer moeten laten welgevallen.
6.9
Dat de gevolgen van de opzegging voor [appellant] onevenredig zijn omdat hij na opzegging van het lidmaatschap door de KNVvL zijn hobby zweefvliegen niet meer kan uitoefenen, is door [appellant] wel gesteld maar door de KNVvL gemotiveerd weersproken. Weliswaar is een lid van de KNVvL automatisch persoonlijk WA-verzekerd en is deze verzekering door de opzegging van het lidmaatschap vervallen, maar dat neemt niet weg dat onweersproken is dat iedere eigenaar van een zweefvliegtuig in Nederland een WA-verzekering kan afsluiten. Dat [appellant] niet in Nederland woont en daardoor niet in Nederland zijn zweefvliegtuig kan verzekeren, kan niet als een gevolg van de opzegging aan de KNVvL worden toegerekend. Niet valt in te zien dat de KNVvL het mogelijk moet maken dat een in het buitenland wonende zweefvlieger in staat is zich (tegen een voordelig tarief) in Nederland persoonlijk tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren indien hij met zijn zweefvliegtuig in Zuid-Afrika aan wedstrijden deel wil nemen. Dit geldt te meer indien dat de – enige – reden lijkt te zijn waarom [appellant] het lidmaatschap van de KNVvL ambieert. Begrijpt het hof [appellant] goed, dat vindt hij immers dat er verder weinig of niets deugt aan de KNVvL. Het hof weegt verder mee dat [appellant] in staat is gebleken zijn zweefvliegtuig (zoals kennelijk gebruikelijk via een constructie van mede-eigenaarschap) in Zuid-Afrika te verzekeren.
6.1
Dit een en ander brengt met zich dat de KNVvL na afweging van alle belangen in redelijkheid tot haar opzeggingsbesluit heeft kunnen komen. Dit betekent dat er geen sprake is van een nietige, dan wel vernietigbare opzegging. Aan beoordeling van de overige vorderingen van [appellant] wordt daarom niet toegekomen.
Conclusie en proceskosten
6.11
De conclusie is dat het hoger beroep van [appellant] niet slaagt. Daarom zal het hof het vonnis bekrachtigen. Het hof zal [appellant] als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep.

7.Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 1 april 2020;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de KNVvL tot op heden begroot op € 760,-- aan verschotten (griffierecht) en € 2.228,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.J. van der Ven, H.J. van Kooten en M.T. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.