Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 25 januari 2022
Baloise Belgium N.V.,
Estron Overseas B.V.,
Waar deze zaak over gaat
Het geding
Feiten
Warehousingtarieven Jaar2010” toegestuurd. Op deze prijslijst staat, voor zover relevant:
Al onze offertes en opslagwerkzaamheden geschieden uitsluitend op grond van de Nederlandse Expeditiewerkzaamheden (FENEX), gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtsbank te Rotterdam, laatste versie (…) Goederen liggen voor rekening en risico van de opdrachtgever opgeslagen. Opdrachtgever dient zelf voor verzekering van de opgeslagen goederen zorg te dragen.”
Artikel 1.
Graag refereer ik aan ons telefonisch overleg van gisteren en uw onderstaand e-mailbericht. Gelet op de diverse vakanties kan ik hierbij, geheel sans préjudice in de breedste zins des woords (derhalve met betrekking tot vorderingsrecht, aansprakelijkheid en overigens), namens Estron Overseas B.V., ten gunste van de door Atlantis vertegenwoordigde ladingverzekeraars[van Traxys, hof]
een nadere verlenging van de verjaringstermijn tot en met 8 juli a.s. bevestigen, voor zover de gepretendeerde vordering niet reeds op enig moment is verjaard en/of vervallen.
De procedure in eerste aanleg
Beoordeling van het hoger beroep
the FENEX conditions (…) as said by your company during the meeting at your office on 13th September last (…) were indeed applying in your relation with Climax”). Estron heeft daarnaast een verklaring overgelegd van [naam 2], die in 2010/2011 werkzaam was als Manager Logistics bij Climax. [naam 2] bevestigt in zijn verklaring dat tussen Estron en Climax “
de Nederlandse Expeditievoorwaarden van Fenex van toepassing waren, in ieder geval tot mijn vertrek in maart 2018”. Gelet op het voorgaande is de enkele betwisting van Baloise, bij gebrek aan wetenschap, dat de Fenex-voorwaarden tussen Estron en Climax zijn overeengekomen onvoldoende.
Baloise heeft verder aangevoerd dat uit artikel 1 lid 2 van de Fenex-voorwaarden volgt dat in dit geval mede van toepassing zijn de in de opslagbranche gebruikelijke voorwaarden. Baloise heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep in dit verband op de Nederlandse Opslagvoorwaarden gewezen. Volgens Baloise betekent dit dat er twee (tegenstrijdige) stelsels van algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, zonder dat duidelijk is welke bepalingen wanneer van toepassing zijn. Dit heeft tot gevolg dat beide stelsels van voorwaarden toepassing missen, aldus Baloise. Het hof overweegt dat er in een geval als dit, waarin de toepasselijkheid van twee sets algemene voorwaarden is bedongen en aanvaard, geen aanleiding bestaat om beide sets algemene voorwaarden buiten toepassing te laten. De algemene voorwaarden moeten dan naast elkaar worden toegepast. Voor zover sprake is van onderling onverenigbare bedingen dient door uitleg van de overeenkomst te worden vastgesteld welke van die bedingen prevaleert (Hoge Raad 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1125). Aan een dergelijke beoordeling komt het hof echter niet toe. Baloise heeft namelijk niet gesteld welke concrete bepalingen van de Fenex-voorwaarden onverenigbaar zijn met de in de opslagbranche gebruikelijke voorwaarden. Het hof komt aldus tot het oordeel dat de Fenex-voorwaarden van toepassing waren op de overeenkomst tussen Estron en Climax.
warehouse release instructions) is naar het oordeel van het hof niet meer dan een mededeling van Climax aan Traxys dat laatstgenoemde de big bags bij Estron kan ophalen. Hieruit volgt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, nog niet dat na die mededeling de bewaarovereenkomst tussen Climax en Estron is geëindigd, en dat Climax vanaf dat moment niet meer kan worden aangemerkt als bewaargever in de zin van artikel 7:608 lid 2 BW, noch dat door die enkele mededeling van Climax aan Traxys een (nieuwe) contractuele verhouding tussen Estron en Traxys tot stand is gekomen.