Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 16 mei 2022
de rechtspersoon naar vreemd recht NOVARTIS AG,
MYLAN B.V.,
MYLAN IRELAND LIMITED,
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
“S1P-receptormodulatoren voor de behandeling van multiple sclerose”. Aanvraag EP 894 is een afgesplitste aanvraag, waarvan de grootmoederaanvraag (met nummer EP 2 037 906) op 25 juni 2007 is ingediend, die op haar beurt prioriteit inroept van GB0612721, gedateerd 27 juni 2006.
fingolimod Mylan).
fingolimod Mylande lokale Nederlandse vertegenwoordiger van Mylan Ltd voor
fingolimod Mylanen verantwoordelijk voor het in de handel brengen in Nederland van dit product.
Fingolimod Mylanis ingeschreven in de G-standaard voor maart 2022. Daarin is aangegeven dat fingolimod Mylan beschikbaar zal zijn vanaf 1 of 10 maart 2022.
fingolimod Mylante vervaardigen, in het verkeer te brengen, verder te verkopen, af te leveren of anderszins te verhandelen, dan wel voor een of ander aan te bieden, in te voeren of in voorraad te hebben, dan wel daarbij op onrechtmatige wijze betrokken te zijn;
het in eerste aanleg primair sub B1) en B2) gevorderde’ alsnog wordt toegewezen.
fingolimod Mylande Nederlandse markt wil betreden.
fingolimod Mylan) in deze tijdspanne, vanaf 22 maart 2022, op de markt wil brengen in de volle wetenschap dat zij binnen korte tijd, na de formele verlening van EP 894, dat product weer van de markt zal moeten halen (punt 17 DTS), terwijl dit zal leiden tot prijsbederf voor het Gilenya-product van Novartis (punt 60 DTS), dat na het verdwijnen van
fingolimod Mylanwaarschijnlijk niet meer ongedaan gemaakt kan worden.
fingolimod Mylanonrechtmatig is (o.m. punten 3 en 80 MvA). Daarbij wijst zij er op dat het, na afweging van alle betrokken belangen, de expliciete en bewuste keuze van de wetgever was om voorafgaand aan de formele octrooiverlening te volstaan met het recht van de octrooi-aanvrager op een redelijke vergoeding (artikelen 71 en 72 ROW) en om aanvullende werking van het gemene recht uit te sluiten. Verder betoogt Mylan dat ook de specifieke omstandigheden van dit geval geen aanleiding geven tot het opleggen van een verbod aan Mylan in de periode voor de formele octrooiverlening.
to beal een verbodsactie zou kunnen instellen vanaf het moment van materiële vaststelling (als dat voorafgaat aan het moment van formele verlening), dan zou zich de ernstige onevenwichtigheid voordoen dat diens wederpartij onder de beschermingsomvang van het (materieel vastgestelde) octrooi vallende producten niet op de markt zou mogen brengen terwijl hij zelf nog geen oppositie tegen dat (materieel vastgestelde) octrooi kan instellen en ook geen vernietiging daarvan kan verkrijgen. Dit zou octrooi-aanvragers er bovendien toe zou kunnen verleiden om de termijn voor formele verlening op te rekken teneinde het octrooi te handhaven zonder dat een oppositieprocedure of nietigheidsprocedure roet in het eten kan gooien. Hierbij is er onder meer op te wijzen dat in de periode tussen materiële vaststelling en formele verlening nog vertalingen van de conclusies in de twee andere officiële talen van het EOB moeten worden aangeleverd en moeten worden getoetst.
to be, een verbod kan gevorderd.
speciesis van het
genus‘gewone’ onrechtmatige daad. Volgens Novartis kan Mylan, gezien de te grote onevenredigheid tussen de belangen over en weer, in redelijkheid niet tot de uitoefening komen van haar recht om tot aan de formele octrooiverlening haar product op de markt te brengen (punten 16 en 26, laatste volzin, PA-N).
fingolimod Mylanin de periode daarvoor, zo laag zal zijn dat Novartis geen redelijke beloning zal krijgen voor de in EP 894 geclaimde uitvinding of dat een redelijke exploitatie van EP 894 anderszins onmogelijk wordt.
fingolimod Mylanwel van de markt is en dat zij zo nodig handhavend zal moeten optreden;
fingolimod Mylanin de periode tot de formele verlening (zie rov. 4.4) en niet aannemelijk is dat Novartis in de periode na formele verlening geen redelijke prijs in rekening zal kunnen brengen, kan naar het oordeel van het hof niet worden gezegd dat sprake zal zijn van een zodanige onevenredigheid tussen enerzijds het belang van Mylan bij die verhandeling en anderzijds het belang van Novartis om dat te voorkomen, dat Mylan naar redelijkheid niet tot de uitoefening van haar bevoegdheid tot verhandeling van haar product tot aan het moment van formele octrooiverlening zal kunnen komen. Dit geldt temeer wanneer in aanmerking wordt genomen wat onder 5.3 over het gewicht van de wederzijdse belangen is overwogen.
onevenredigebelangenafweging en die ook los staat van de uitoefening van een bevoegdheid. Dit geldt ook voor de verwijzing van Novartis naar het begrip ‘kwade trouw’ in de punten 48 en 50 DTS nu Novaris daarbij geen verband heeft gelegd met rechtsmisbruik. De klacht van Mylan, dat de eerst bij de mondelinge behandeling in hoger beroep door Novartis betrokken stellingen over misbruik van recht strijdig zijn met de twee-conclusie-regel treft dus doel, zodat die stellingen buiten beschouwing moeten blijven.