4.2De vrouw is het niet eens met deze beslissingen van de rechtbank.
De vrouw verzoekt het hof in het incident tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad – met onmiddellijke ingang de uitvoerbaarheid bij voorraad te schorsen ter zake de beslissingen van de rechtbank Den Haag in de bestreden beschikking die zien op het door de vrouw aan de man te betalen bedrag van € 76.237,75 (verrekening kosten huishouding) en op het door de vrouw aan de man te betalen bedrag van € 1.361,- ( [naam bedrijf] ), althans zodanig te beslissen als (naar het hof begrijpt :) het hof juist acht.
In de hoofdzaak verzoekt de vrouw het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarbij is bepaald:
a. a) dat de vrouw een bedrag wegens afwikkeling huwelijkse voorwaarden (verrekening kosten huishouding) (naar het hof begrijpt:) aan de man dient te voldoen, althans voor zover daarin is bepaald dat b) de vrouw enig bedrag ter zake de verrekening kosten huishouding aan de man dient te voldoen, alsmede voor zover daarin is bepaald dat c) de vrouw een bedrag van € 1.361,-, althans enig bedrag, aan de man dient te voldoen ter zake door haar ontvangen bedrag van de [naam bedrijf] , alsmede voor zover daarin is bepaald dat de vrouw de eigenaarslasten van de echtelijke woning zal blijven voldoen; en voorts, opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen:
a. a) dat partijen over een weer geen vordering op elkaar hebben ter zake de afwikkeling van hun huwelijkse voorwaarden (onder verwijzing naar het finaal verrekenbeding);
b) de hoogte te bepalen van het bedrag dat de man aan de vrouw dient terug te betalen onder verwijzing naar het bedrag dat of de bedragen die de vrouw op grond van de bestreden beschikking aan de man heeft moeten voldoen, voor zover geen of slechts gedeeltelijk sprake is van schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de genoemde beslissingen van de rechtbank, alsmede te bepalen dat de man binnen veertien dagen na de beschikking van het hof de nader vast te stellen bedrag(en) dient te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat sprake is geweest van betaling door enig bedrag door de vrouw aan de man;
c) te bepalen dat de vrouw de lasten van de woning van partijen zal voldoen als volgt:
- de volledige hypotheekrente (inclusief het deel/de helft van de man) zonder nadere verrekening zolang de vrouw in de woning woont;
- haar deel van de maandelijkse aflossing (premie) te continueren, zolang de vrouw in de woning woont, waarbij de man zijn deel/de helft daarvan blijft voldoen en waarbij geldt dat indien de man zijn deel niet voldoet, er een verrekening/vergoeding van de door de vrouw betaalde premie/aflossing (investering) voor wat betreft het aandeel van de man dienen plaats te vinden ten laste van het aandeel van de man in de overwaarde van de woning op het moment van levering van die woning aan een derde (of een van partijen).
Indien er sprake is van onderhoudskosten zullen partijen ieder de helft daarvan voldoen op de wijze en met inachtneming van hetgeen daarover in de pleitaantekeningen (naar het hof begrijpt: in eerste aanleg) is opgenomen;
Voorts zal de vrouw de volledige gebruikerslasten voor de woning voldoen, alsmede de gemeentelijke heffingen (waaronder de volledige heffingen voor het eigenaarsdeel), de premie opstalverzekering en de waterschapsbelasting, zolang de vrouw met uitsluiting van de man in de genoemde woning woont.
Vanaf het moment dat de vrouw haar intrek neemt/verhuist naar een andere woning en de voormalige echtelijke woning derhalve leeg staat, zullen de hiervoor genoemde lasten, waaronder ook de gebruikerslasten, voor rekening van partijen, ieder de helft, komen, tot aan de datum van de levering van de woning aan een derde (of één van beide partijen).