Uitspraak
Noodweer
winkel is.
door [slachtoffer] hard tegen het hoofd en in het gezicht gestompt, waardoor de verdachte gewond is geraakt. [Getuige] was daarbij aanwezig, heeft niet ingegrepen en zijn aanwezigheid in de kleine ruimte moet worden aangemerkt als een bedreigende factor voor de verdachte.
De verdachte heeft geprobeerd de aanval af te wenden door een metalen bak in de richting van [slachtoffer] te gooien. Dat bleek onvoldoende en toen heeft de verdachte een fileermes gepakt, dat daar lag. Met dat mes is hij naar [slachtoffer] gelopen, die de uitgang nog steeds versperde, en heeft de verdachte [slachtoffer] in zijn zij gestoken.
Dat de verdachte onder de gegeven omstandigheden een fileermes heeft gepakt ter verdediging acht het hof niet disproportioneel. Hij bevond zich immers in een kleine ruimte in een dreigende situatie met twee mannen die hem niet goed gezind waren, was kort daarvoor mishandeld door [slachtoffer] waarbij hem werd belet de kleine ruimte te verlaten en het gooien met een metalen schaal naar [slachtoffer] geen effect had gehad.
Uit het eerder genoemde sectierapport blijkt niet dat de verdachte [slachtoffer] eerst in een ander minder kwetsbaar deel van zijn lichaam heeft gestoken.
Op grond van algemene ervaringsregels gaat het hof er van uit dat door [slachtoffer] in zijn zij te steken er een grote kans bestond, dat [slachtoffer] aan zijn verwondingen zou overlijden. In dat deel van een menselijk lichaam zitten vitale organen en bloedvaten en de kans is groot, dat die door een dergelijke steek onherstelbaar beschadigd raken.
De verdachte komt daarom onder de gegeven omstandigheden geen beroep op noodweer toe en het verweer ter zake wordt verworpen.
Noodweerexces
Dat de verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden als gevolg van een hevige gemoedsbeweging door de aanranding gepleegd door [slachtoffer] blijkt naar het oordeel van het hof uit verklaringen van de verdachte zelf. Zo verklaart hij reeds in zijn derde verklaring bij de politie op 25 juli 2018 dat hij -nadat hij het mes had gepakt- niet meer wist wat hij deed, dat het hem zwart voor de ogen werd, hij geen controle meer over zichzelf had en niet weet waar en hoe vaak hij gestoken heeft en ook niet meer weet hoe hij buiten is gekomen.