Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
een patroonvan afwijzingen, verwerpingen, en verbale psychisch denigrerende uitlatingen richting [slachtoffer]. Zij heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan psychische mishandeling zoals aan haar wordt verweten. De verdachte heeft in dit verband verklaard dat zij direct na de geboorte van [slachtoffer] leed aan een lang voortdurende postnatale depressie, waardoor zij zich – kort gezegd – moeilijk aan [slachtoffer] kon hechten. Ook kon zij hem vanwege zijn gedragsproblematiek moeilijk de baas. Ze ervoer geen liefde voor [slachtoffer] en is tot zijn zesde, zevende jaar op deze manier met hem omgegaan. Na de geboorte van haar tweede zoon [broer slachtoffer] in september 2006, ging het beter tussen haar en [slachtoffer]. In februari/maart 2012 is [slachtoffer] vanaf zijn tiende levensjaar bij zijn oma gaan wonen, waarna [slachtoffer] verder door vader (en oma) is opgevoed. [slachtoffer] is op 14 juni 2017 door suïcide overleden.
gehoordover de mishandelingen. [getuige2] heeft weliswaar verklaard dat ze blauwe plekken heeft gezien bij [slachtoffer], maar ze verklaart tevens nooit gezien te hebben dat [slachtoffer] door de verdachte werd mishandeld. [getuige1] heeft verklaard dat hij toen [slachtoffer] 6 jaar was een camera in huis heeft opgehangen, waarna hij op de beelden zag dat de verdachte [slachtoffer] sloeg. Die beelden bestaan evenwel niet meer. Noch [getuige1] noch [getuige2] hebben de ter zitting in hoger beroep gehoorde getuige [getuige3], die in mei 2009 als hulpverleenster een aantal weken twee a drie dagen per week meerdere uren per dag over de vloer kwam, op de hoogte gesteld van het feit dat de verdachte zich schuldig zou maken of gemaakt zou hebben aan kindermishandeling van [slachtoffer]. Dit klemt temeer nu de gezinstherapie in het bijzonder mede op zijn welbevinden en het herstel van de moeizame band tussen [slachtoffer] en zijn moeder was gericht.
BESLISSING
onder 2tenlastegelegde voor zover dat betrekking heeft op de
periode van 2 maart 2002 tot en met 21 december 2006en ter zake van het
onder 3tenlastegelegde
niet-ontvankelijkin zijn strafvervolging.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder
spreekt de verdachte daarvan vrij.