“(…)
V: Heb je werk?
A: Nee, het is op dit moment heel moeilijk om aan werk te komen. Ik zat in de steigerbouw, maar
ik werd vervangen door een paar Polen.
(...)
V: Heb je een uitkering?
A: Ja, een normale uitkering.
V: Wat verdien je per maand/hoeveel uitkering ontvang je?
A: 700 euro per maand.
(...)
V: Heb je schulden?
A: Ja dat was duizenden euro's. Toen werkte ik in de steigerbouw. Ik los nu af. Nu heb ik nog
1500 euro open staan. Ik kom niet in aanmerking voor schuldsanering.
(...)
V: We willen je wat vragen stellen over de hennepkwekerij die collega’s aantroffen aan de [adres] in [woonplaats] op 16 november 2016.
(…)
V: klopt het dat de huurovereenkomst op jouw naam stond?
A: Ja dat klopt.
V: Klopt het dat het contract met Stedin op jouw naam stond?
A: Ja.
(...)
V: Wie hebben er een sleutel van het pand?
A: Alleen ik en nog iemand, maar die doet er niet toe.
(...)
V: Wat kunt u verklaren over de hennepkwekerij aan de [adres] te [woonplaats] ?
A: Ik zat krap bij kas. Iemand zei tegen mij: “Kan ik een klein kamertje hennep doen? Dan kun je
er wat mee verdienen.” Maar nu heb ik ellende erbij.
(...)
V: Kreeg jij een vast bedrag voor de hennepkwekerij?
A: Nee, ik heb niets ontvangen, de kwekerij stond er drie weken.
V: Wie is de eigenaar van de aangetroffen hennepplantage?
A: Ja uiteindelijk wel, het is mijn woning toch? Over drie maanden zou ik er pas wat aan hebben
verdiend.
V: Wie verzorgde de hennepplantage?
A: Ik controleerde af en toe, maar die andere gozer ook.
(...)
V: Wanneer is de hennepkwekerij gebouwd?
A: Ongeveer september of oktober. Ik weet het niet precies, het heeft een tijdje geduurd, twee of
drie weken.
V: Wanneer is het kweken van hennep gestart?
A: Dat weet ik niet, ik hield het niet bij. Die andere jongen hield dat bij. Toen de politie
binnenkwam waren de plantje ongeveer 40 centimeter.
V: Hoe werd het materiaal (stekken) vervoerd naar jou woning?
A: Gewoon met de trap, we deden dit ’s middags of ’s avonds.
(...)
V: Waar werden de kweekmaterialen gekocht?
A: Die kennis zei dat het gebruikte spullen waren.
V: Moest jij betalen voor de inrichting van de kwekerij?
A: Nee.
V: Moest jij een deel van de oogst afstaan?
A: Er is nooit geoogst.
(...)
V: Onderhield jij de kwekerij?
A: Het was in het begin, alles ging automatisch. Ik had alleen een schema om het water te vullen.
Ik heb denk ik drie keer gevuld. Dat vat ging ongeveer 4 á 5 dagen mee. Het was een vat van
ongeveer 100 of 150 liter. De planten kregen druppels water.
V: Hoe lang duurde de kweekperiode?
A: De kwekerij heeft er ongeveer 16 a 17 dagen ingestaan. Niet meer dan drie weken.
(...)
V: Je vertelde net dat de kwekerij in september is gebouwd hoe kan dat dan?
A: Er was een soort van crisis, hij moest wachten op spullen. Dat duurde 10, 11, 12 dagen
ongeveer.
V: Wat betrof de crisis?
A: Er was crisis in de aanvoer van de planten.
(...)
V: Dus als ik het goed begrijp, zijn de planten die mijn collega’s aantroffen, binnengekomen als
klein plantje en niet als zaadje?
A: Dat klopt, als plantje.
(...)
V: Hoe vaak is er tot nu toe hennep geoogst?
A: Geen.
V: Had je afspraken gemaakt over als er wel geoogst werd aan wie er werd verkocht?
A: Er zijn nooit afspraken gemaakt. We zouden de winst delen. Er is mij niets beloofd per oogst.
Exacte prijs weet ik niet.
(...)
V: Voor wie was de opbrengst bestemd?
A: In de eigen zak van die kennis.
(...)
V: Welke inkomsten heeft u?
A: Ik krijg nog steeds mijn uitkering.
V: Welke uitkering heeft u?
A: Een bijstandsuitkering.
(…)
V: Hoe lang krijgt u die uitkering al?
A: Nu drie jaar ongeveer.
V: Was financieel gewin de reden voor de hennepkwekerij in uw woning?
A: Uiteindelijk wel, ik kon nergens aan de bak.
(...).”