ECLI:NL:GHDHA:2021:773

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
29 april 2021
Zaaknummer
2200252720
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Den Haag inzake meervoudige zedenmisdrijven en kinderpornografie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte is veroordeeld voor meerdere zedenmisdrijven en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De feiten hebben zich afgespeeld tussen 30 mei 2014 en 5 juli 2019, waarbij de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met minderjarige jongens, variërend in leeftijd van dertien tot vijftien jaar. De verdachte heeft via internet contact gelegd met deze jongens en hen misbruikt, waarbij hij hen ook heeft aangemoedigd om seksuele handelingen te verrichten en beelden daarvan te maken. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 6 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers en een verplichting tot behandeling. Het hof heeft ook beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen, waarbij schadevergoeding is toegewezen aan de slachtoffers voor de geleden immateriële schade. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak van toezicht en behandeling van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002527-20
Parketnummer: 09-842230-19
Datum uitspraak: 13 april 2021
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 september 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
BRP-adres: [adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 3 - ten aanzien van [slachtoffer5], [slachtoffer3], [slachtoffer8] en [slachtoffer6] - tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3 - ten aanzien van [slachtoffer7] -, 4 en 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest. Voorts is de verdachte veroordeeld tot een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Tot slot zijn in eerste aanleg beslissingen genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen, en omtrent de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, een en ander als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 3 ten aanzien van [slachtoffer5], [slachtoffer3], [slachtoffer8] en [slachtoffer6] (impliciet) cumulatief ten laste is gelegd. Dit betreffen vrijspraken van een onderdeel van de tenlastelegging waarin een zelfstandig strafrechtelijk verwijt is omschreven. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en daarom mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering en wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – en voor zover thans aan de orde tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer2], geboren op [geboortedatum] 2003, en/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer5], geboren op [geboortedatum] 1998,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5],
te weten:
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of het laten zuigen en likken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer5];
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer2], geboren op [geboortedatum] 2003, en/of
- in de periode van 1 mei 2018 tot en met 23 april 2019 met [slachtoffer6], geboren op [geboortedatum] 2003, en/of
- op of omstreeks 30 september 2015 met [slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999, en/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer5], geboren op [geboortedatum] 1998,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of - het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5];
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, door giften en/of beloften van geld en/of goed, te weten door het aanbieden en/of geven van een of meer geldbedrag(en) en/of sigaretten, en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil en/of het geestelijk overwicht,
- in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 februari 2018: [slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999,
van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen te plegen en/of van verdachte te dulden,
te weten:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer7] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer7] en/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer7] en/of
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer7];
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 juni 2015 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meerdere foto('s) en/of video('s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee, althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten:
[slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en/of [slachtoffer6], geboren op [geboortedatum] 2003, en/of
[slachtoffer8], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of [slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
[slachtoffer9], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
[slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
[slachtoffer10], geboren op [geboortedatum] 2003, en/of
[slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999, en/of
[slachtoffer11], geboren op [geboortedatum] 2003 en/of
een persoon zichzelf noemde "[slachtoffer12]" en/of een onbekende jongen met een geschatte leeftijd tussen de 14 en 16 jaar,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger(s) en/of een of meerdere voorwerp(en) oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer8] en/of [slachtoffer11] en/of het met een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door die [slachtoffer8] en/of [slachtoffer6]
([bestandsnaam], zaaksdossier p. 131) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 378) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 256)
en/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer1] ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 26)
en/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer6] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer10] en/of [slachtoffer7] en/of "[slachtoffer12]" bij zichzelf
([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 256 en 257) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 168) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 290) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 101) ([bestandsnaam], , zaaksdossier p. 216 en 217) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 232) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 306 en 307)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer10] en/of [slachtoffer11] en/of "[slachtoffer12]", en/of waarbij (door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's (nadrukkelijk) het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer11] en/of "[slachtoffer12]" in beeld worden gebracht en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 26) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 291) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 101) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 216) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 379) ([bestandsnaam])
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer1], waarbij deze persoon gekleed is (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam] en [bestandsnaam], zaaksdossier p. 27 en p. 28)
en/of
het met een penis anaal penetreren van het lichaam van verdachte door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 384)
en/of van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 5 juli 2019 te [plaats] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meerdere foto('s) en/of video('s), en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee, althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 68).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de straf en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen, en dat in plaats daarvan zal worden opgelegd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest, alsmede een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, en dat - indien het hof overgaat tot oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf -, als bijzondere voorwaarden worden opgelegd een contactverbod met alle slachtoffers in de onderhavige zaak en een ambulante behandeling, met daarbij een proeftijd voor de duur van 10 jaren. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat deze in het geheel - voor zover thans nog aan de orde - dienen te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat het hof – ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde – komt tot een enigszins ruimere bewezenverklaring. Ook zal het hof andere beslissingen nemen ten aanzien van de strafoplegging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats] en/of elders in Nederland, meermalen,
althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en
/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer2], geboren op [geboortedatum] 2003, en
/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer5], geboren op [geboortedatum] 1998,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer2] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer5],
te weten:
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer2] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer5] en/of het laten zuigen en likken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer2] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer5] en
/of
- het (meermalen) (laten) plaatsen/houden van zijn, verdachtes, penis in de anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer2] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer5];
2.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 30 mei 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], en/of elders in Nederland, meermalen,
althans eenmaal,
- in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 met [slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en
/of
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 met [slachtoffer2], geboren op [geboortedatum] 2003, en
/of
- in de periode van 1 mei 2018 tot en met 23 april 2019 met [slachtoffer6], geboren op [geboortedatum] 2003, en
/of
- op of omstreeks 30 september 2015 met [slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999, en
/of
- in de periode van 9 juni 2015 tot en met 5 maart 2017 tot en met 5 maart 2017 met [slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
- in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 november 2016 met [slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en/of
- in de periode van 30 mei 2014 tot en met 31 augustus 2014 met [slachtoffer5], geboren op [geboortedatum] 1998,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, (telkens) buiten echt,
een of meerontuchtige handeling
(en
)heeft gepleegd, bestaande uit:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer2] en
/of[slachtoffer6] en
/of[slachtoffer7] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer2] en
/of[slachtoffer6] en
/of[slachtoffer7] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer6] en
/of[slachtoffer7] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer5] en
/of- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer7] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer5];
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaal,door giften en
/ofbeloften van geld en/of goed
eren, te weten door het aanbieden en
/ofgeven van
een of meergeldbedrag
(en
)en/of sigaretten,
en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het grote leeftijdsverschil en/of het geestelijk overwicht,
- in de periode van 1 oktober 2015 tot en met
5 februari 201830 september 2017: [slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999,
van wie hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen
een of meerontuchtige handelingen te plegen en
/ofvan verdachte te dulden,
te weten:
- het (meermalen) plaatsen van de penis van die [slachtoffer7] in zijn, verdachtes, mond en/of (vervolgens) het zuigen en/of likken aan de penis van die [slachtoffer7] en
/of
- het (meermalen) aftrekken en/of betasten/strelen van de (ontblote) penis van die [slachtoffer7] en
/of
- het (meermalen) laten aftrekken en/of betasten/strelen van zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer7];
4.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 8 juni 2015 tot en met 5 juli 2019 te [plaats], in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal(telkens)
afbeeldingen en/ofgegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
een of meerderefoto
('s
)en
/ofvideo
('s
),
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee, althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)),van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten:
[slachtoffer1], geboren op [geboortedatum] 2005, en
/of[slachtoffer6], geboren op [geboortedatum] 2003, en
/of
[slachtoffer8], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of[slachtoffer4], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
[slachtoffer9], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
[slachtoffer3], geboren op [geboortedatum] 2001, en
/of
[slachtoffer10], geboren op [geboortedatum] 2003, en
/of
[slachtoffer7], geboren op [geboortedatum] 1999, en
/of
[slachtoffer11], geboren op [geboortedatum] 2003 en
/of
een persoon zichzelf noemde "[slachtoffer12]" en
/ofeen onbekende jongen met een geschatte leeftijd tussen de 14 en 16 jaar,
heeft verspreid en
/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/ofvervaardigd en
/ofverworven en
/ofin bezit gehad en
/of zichdaartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger(s) en/of een of meerdere voorwerp(en) oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer8] en
/of[slachtoffer11] en
/ofhet met een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door die [slachtoffer8] en
/of[slachtoffer6]
([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 131) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 378) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 256)
en
/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer1] ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 26)
en
/of
het met een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer6] en
/of[slachtoffer4] en
/of[slachtoffer9] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer10] en
/of[slachtoffer7] en
/of"[slachtoffer12]" bij zichzelf
([bestandsnaam]en
/of[bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 256 en 257) ([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 168) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 290) ([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 101) ([bestandsnaam] en/of [bestandsnaam], zaaksdossier p. 216 en 217) ([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 232) ([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam]en
/of[bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 306 en 307)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer9] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer10] en
/of[slachtoffer11] en
/of"[slachtoffer12]", en
/ofwaarbij (door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's (nadrukkelijk) het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer1] en
/of[slachtoffer9] en
/of[slachtoffer3] en
/of[slachtoffer11] en
/of"[slachtoffer12]" in beeld worden gebracht en
/of(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 26) ([bestandsnaam] en
/of[bestandsnaam], zaaksdossier p. 291) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 101) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 216) ([bestandsnaam] zaaksdossier p. 379) ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 307)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer1], waarbij deze persoon gekleed is (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past en
/of(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam]en [bestandsnaam], zaaksdossier p. 27 en p. 28)
en
/of
het met een penis anaal penetreren van het lichaam van verdachte door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ([bestandsnaam], zaaksdossier p. 384)
en
/ofvan welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 februari 2019 tot en met 5 juli 2019 te [plaats] en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen en/ofgegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten e
en of meerderefoto
('s
)en
/ofvideo
('s
),
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten twee, althans een of meer, mobiele telefoon(s) en/of twee, althans een of meer computer(s)),van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/ofin bezit gehad
en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam],
algemeendossier p. 68).
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
door giften of beloften van geld of goed een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten en omstandigheden waaronder deze zijn begaan.
De verdachte, destijds ruim veertig jaar oud, heeft zich gedurende een lange periode (van tenminste ongeveer vijf jaar) schuldig gemaakt aan meerdere zedenmisdrijven. Hij is via internet, onder meer via een datingapp voor homoseksuele mannen, in contact gekomen met minderjarige jongens. Vervolgens stuurde de verdachte aan op ontmoetingen met de jongens. Met vijf jongens in de leeftijd van dertien tot en met vijftien jaar heeft de verdachte meerdere malen, zowel oraal als anaal, gemeenschap gehad. Voorts heeft de verdachte zich meerdere malen schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met zeven jongens tussen de leeftijd van dertien en zestien jaar. Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan seksuele verleiding van een minderjarige, door het aanbieden en geven van geld en/of sigaretten.
Door het handelen van de verdachte heeft hij op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de zowel lichamelijke als geestelijke integriteit van de jonge slachtoffers. De verdachte heeft doen voorkomen dat sprake was van een vriendschappelijke relatie, waarbij hij een luisterend oor bood voor de jongens. In feite heeft hij echter misbruik gemaakt van de door hem mogelijk opgewekte gevoelens van vriendschap en van het overwicht dat hij had op deze jongens. Op egocentrische wijze heeft hij zijn lustgevoelens bevredigd. Het hof neemt daarbij in acht dat sprake was van een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen de slachtoffers en de verdachte. De slachtoffers bevonden zich in een kwetsbare periode, namelijk de puberteit, waarin zij hun seksualiteit aan het ontdekken waren. De verdachte was zich bewust van de jonge leeftijd van zijn slachtoffers en heeft desondanks misbruik gemaakt van hun kwetsbaarheden. De verdachte heeft zich bij zijn handelen primair laten leiden door zijn eigen behoeften. Het is algemeen bekend dat feiten als de onderhavige (vooral in die fase) grote schade kunnen toebrengen aan de ontwikkeling van kinderen en dat die kinderen in de regel nog geruime tijd de (psychische) gevolgen ondervinden van hetgeen hen is aangedaan. Dit blijkt ook uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, waaronder een slachtofferverklaring en onderbouwing van een schadevergoedingsvordering van een benadeelde partij. Het handelen van de verdachte heeft grote impact gehad op de slachtoffers.
Voorts heeft de verdachte zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan het gewoonte maken van het verwerven, vervaardigen, verspreiden en in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte heeft onder meer foto’s en video’s verworven door de slachtoffers te vragen hem foto’s en video’s – van kinderpornografische aard- te sturen. Voorts heeft de verdachte meerdere seksuele handelingen die hij met de slachtoffers heeft verricht, gefotografeerd en gefilmd. Vervolgens heeft de verdachte deze foto’s en video’s aan meerdere personen via WhatsApp toegezonden. Op de gegevensdragers van de verdachte zijn 871 afbeeldingen van deze aard aangetroffen, waarvan 284 afbeeldingen nog benaderbaar waren. Bedoeld materiaal heeft de verdachte gedurende een lange periode in bezit gehad.
De verdachte heeft het vertrouwen dat de jongens in hem hadden, op deze wijze ernstige geschaad. Niet alleen lopen kinderen ten gevolge hiervan dikwijls psychische schade op die lange tijd diepe sporen nalaat, maar ook kunnen zij nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is namelijk gebleken dat een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken. De jongens en hun ouders moeten leren leven met het idee dat zij de controle over de verspreiding van de foto’s en video’s kwijt zijn en met de schaamte, de angst en het verdriet die deze situatie met zich meebrengt. De verdachte heeft zich, tot het moment dat hij werd aangehouden, geen enkel moment rekenschap gegeven van het leed dat hij de slachtoffers hiermee aandeed.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van commerciële kinderpornografische afbeeldingen. Op de gegevensdragers van de verdachte zijn 1610 afbeeldingen van deze aard aangetroffen, waarvan 3 afbeeldingen nog benaderbaar waren. Door de vraag naar en het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden jonge kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Ten gevolge hiervan lopen deze kinderen dikwijls psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Ook kunnen zij – zoals voornoemd uiteengezet - nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. Dat de verdachte hieraan, als consument, een bijdrage heeft geleverd, rekent het hof de verdachte aan.
De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan het
plegen van ernstige strafbare feiten. Het gedrag van de verdachte verdient scherpe afkeuring en dient streng
bestraft te worden.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 maart 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof heeft voorts acht geslagen op de over de verdachte opgemaakte Pro Justitia Rapportages, te weten een psychiatrisch onderzoek van 27 mei 2020, opgesteld door J. van der Meer, psychiater, en een psychologisch onderzoek d.d. 3 juni 2020, opgesteld door Y. Noorlander, GZ-psycholoog. Hieruit volgt onder meer dat bij de verdachte sprake is van een psychische stoornis in de vorm van een parafiele stoornis. Deze stoornis was volgens zowel de psychiater als de psycholoog aanwezig op het moment van het plegen van de bewezenverklaarde feiten. De stoornis, en de daarmee gepaard gaande cognitieve vertekeningen, zorgden ervoor dat de verdachte minder in staat was om de gevolgen van zijn handelen voor de minderjarige jongens te kunnen overzien. Hierdoor onderschatte de verdachte de schadelijkheid van het misbruik. Daarentegen wist de verdachte wel dat zijn handelen strafbaar was. Door de deskundigen wordt geadviseerd om de verdachte als verminderdtoerekeningsvatbaar te beschouwen. Het recidiverisico wordt door de psychiater ingeschat als laag en door de psycholoog op lange termijn, indien er geen behandeling plaats zou vinden, als matig. Daarbij wordt er door de psycholoog overwogen dat – gelet op de beperkte openheid van de verdachte over zijn beleving van het tenlastegelegde – het niet zeker is dat alle risicofactoren goed in beeld zijn gebracht.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de bovenvermelde rapportages op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en dat de conclusies van het psychiatrisch en psychologisch onderzoek met betrekking tot de toerekenbaarheid worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. Het hof neemt de conclusie over dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar dient te worden geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Verder heeft het hof acht geslagen op onder meer het Reclasseringsadvies d.d. 23 juni 2020 en het
Voortgangsverslag d.d. 11 augustus 2020. Hieruit volgt dat de verdachte zich – gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis in eerste aanleg – heeft gehouden aan de opgelegde voorwaarden. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan een groot aantal bijzondere voorwaarden te verbinden waaronder een meldplicht en een behandelverplichting.
Tot slot begrijpt het hof uit hetgeen door en namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep is verklaard, dat de verdachte vanuit de Penitentiaire Inrichting in behandeling is bij ambulante GGZ-instelling ForLight.
Op te leggen straf.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de actieve rol die de verdachte daarbij heeft gespeeld, acht het hof een gevangenisstraf van langere duur aangewezen. In strafverzwarende zin weegt mee dat de seksuele handelingen gedurende een lange periode hebben plaatsgevonden bij een groot aantal minderjarige slachtoffers. In strafverminderende zin houdt het hof rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en het (in enige mate aanwezige) besef van de verdachte dat hij hulp nodig heeft bij zijn problematiek.
Het hof is daarbij van oordeel dat de gevangenisstraf deels in voorwaardelijke vorm dient te worden opgelegd.
Het voorwaardelijke deel van de straf strekt ertoe de verdachte er in de toekomst van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Het hof ziet geen reden om daaraan alle door de reclassering vermelde bijzondere voorwaarden te verbinden en zal volstaan met de voorwaarden die door het hof passend en geboden worden geacht. Het hof geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van hierna te melden bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dadelijke uitvoerbaarheid.
Het hof is, gelet op de duur van de periode waarin de feiten hebben plaatsgevonden, de omstandigheid dat de bewezenverklaarde misdrijven zijn gericht tegen of gevaar hebben veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van meerdere personen en gelet op hetgeen in voornoemde rapportages van de reclassering omtrent de persoon van de verdachte is gerapporteerd – kort gezegd schat de psycholoog het recidiverisico enkel in als matig indien de verdachte wordt behandeld -, van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Het hof zal derhalve bepalen dat de na te melden bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. Voorts is het hof van oordeel dat op grond van het vorenstaande de proeftijd in de onderhavige zaak zes jaren dient te bedragen.
Tot het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht ziet het hof geen aanleiding, nu het risico op herhaling naar het oordeel van het hof voldoende is ondervangen door de oplegging van de na te noemen bijzondere voorwaarden en een bijhorende proeftijd van zes jaar.
Beslag
Het hof zal bevelen dat de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, op de beslaglijst genoemd op de zich in het dossier bevindende beslaglijst onder 1, 2, 4, 7, 12, 13 en 14, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu het onder feiten 4 en 5 bewezenverklaarde met betrekking tot deze voorwerpen is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan, vanwege het daarop aangetroffen kinderpornografisch materiaal, in strijd is met de wet.
Voorts is het hof van oordeel dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, genoemd op de zich in het dossier bevindende beslaglijst onder 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 15 en 16. Het hof zal daarom de teruggave daarvan aan de verdachte gelasten.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer6]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer6] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 5.000,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag € 5000,00.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot algehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist voor wat betreft de hoogte van de gevorderde schade.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezenverklaarde. Het hof is van oordeel dat de benadeelde door het bewezenverklaarde op andere wijze in de persoon is aangetast op grond van artikel 6:106 lid 1, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek, nu de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvoor voor de benadeelde zoals door hem in het kader van de schadevergoedingsvordering onderbouwd, die conclusie rechtvaardigen. De benadeelde partij heeft als gevolg van het bewezenverklaarde – seksueel misbruik door de verdachte, waaronder pijpen en aftrekken van de benadeelde, toen vijftien jaar oud, over de periode van bijna één jaar - psychische schade geleden waardoor hij in zijn dagelijks functioneren werd belemmerd, hetgeen onder meer tot uiting kwam in zijn voortdurende gespannen gedrag en zijn afnemende schoolprestaties, met gevolgen voor zijn niveau van onderwijs.
De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid – met verwijzing naar het hiervoor overwogene en anders dan de raadsman heeft bepleit, voor toewijzing tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer6]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 5.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer6].
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer8]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer8] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 4 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 1.500,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 1000,00.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot algehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist bij gebrek aan onderbouwing van de stelling dat als gevolg van het - door de verdachte erkende - strafbare feit schade is geleden.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 4 bewezenverklaarde. Het hof is van oordeel dat de benadeelde door het bewezenverklaarde op andere wijze in de persoon is aangetast op grond van artikel 6:106 lid 1, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek. De aard en ernst van de normschending, kort gezegd het vervaardigen en verspreiden van kinderporno, waarbij de benadeelde partij het toen zestienjarige kind op de foto’s en video’s is, als nader beschreven in het proces-verbaal van de politie, en de voor de hand liggende, voorzienbare nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde rechtvaardigen die conclusie. Met het vervaardigen van die foto’s en video’s is immers een ernstige inbreuk op de geestelijke en lichamelijke integriteit van de toen minderjarige benadeelde gemaakt. Die inbreuk is voorts, door de daarop volgende (digitale) verspreiding van de kinderpornografische foto’s en video’s, gepaard gegaan met een inbreuk op de privacy van de benadeelde. Daarbij is van belang dat de foto’s en video’s voor derden op de persoon van de benadeelde zijn terug te voeren en dat de benadeelde – dat is inherent aan de (digitale) verspreiding - niet bij machte is die verspreiding tegen te gaan, ook niet in de toekomst. Dat de benadeelde hierdoor nadeel heeft geleden, blijkt ook uit zijn verklaring ten overstaan van de politie, waarin onder meer staat dat de benadeelde lijdt onder de verspreiding.
De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid, mede gelet op de door de benadeelde aangedragen, in de zogeheten smartengeldgids vermelde uitspraken in vergelijkbare zaken - voor toewijzing tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer8]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer8].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 57, 240b, 245, 247 en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
6 (zes) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 6 (zes) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
1. Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen te melden bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag, of, op aanwijzen van Reclassering Nederland, op een ander adres van een reclasseringsinstelling in Nederland, zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht.
2. Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorgverlener vast te stellen, teneinde zich te laten behandelen, zo lang de reclassering behandeling noodzakelijk acht. De veroordeelde houdt zich hierbij aan de huisregels en aan de door die zorgverlener gegeven aanwijzingen voor de behandeling.
3. Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is op enige wijze - direct of indirect - contact te leggen of te laten leggen met de slachtoffers in de onderhavige zaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod.
4. Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook:
- onthoudt van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen/kinderen,
- onthoudt van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen,
- onthoudt van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen/kinderen wordt gecommuniceerd.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, waarbij de gedragsaanwijzing als neergelegd in de bijzondere voorwaarde onder 4 (enkel) in het kader van de begeleiding/behandeling aan de orde is.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Telefoontoestel Apple Iphone 6s eigenaar [slachtoffer1];
2. 1.00 STK Telefoontoestel HUAWEI Mate 20 eigenaar [eigenaar];
4. 1.00 STK Computer Kl: blauw ACER;
7. 1.00 STK Computer kl: grijs ACER;
12. 1.00 STK Harddisk Kl: zwart Samsung 320gb;
13. 1.00 STK Telefoontoestel: Kl: wit APPLE Iphone 6;
14. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: zwart APPLE Iphone 8.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
3. 1.00 STK Computer Kl: zwart ACER;
5. 1.00 STK Document KPN mapje met hierin puk code;
6. 1.00 STK USB stick Kl: wit KPN;
8. 1.00 STK Speelgoed diverse seksspeeltjes;
9. 1.00 STK Computer: Kl: grijs APPLE tablet;
10. 1.00 STK Dekbed Kl: wit;
11. 1.00 STK Telefoontoestel Kl: grijs NOKIA;
15. 1.00 STK Camera Kl: grijs SIWC-01 (beveiliging);
16. 1.00 DS Camera K1: wit DENVER act-1013 in een doos en sd kaart.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer6]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer6] ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer6], ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 23 april 2019.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer8]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer8] ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer8], ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 20 (twintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 5 juli 2019.
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Plugge, mr. H.C. Wiersinga en mr. W.A.G.J.W. Ferenschild, in bijzijn van de griffier mr. M. Rouw.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 april 2021.