ECLI:NL:GHDHA:2021:742
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ouders als mentor en bewindvoerder bij ernstig verstoorde verstandhouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende het mentorschap en bewind van een 24-jarige betrokkene, die vanwege zijn verstandelijke beperkingen niet in staat is om zelf een voorkeur uit te spreken voor een bewindvoerder of mentor. De ouders van betrokkene, verzoekster en verweerder, waren eerder benoemd tot bewindvoerders en mentoren, maar hun onderlinge verhouding was ernstig verstoord. Het hof heeft de bestreden beschikkingen van de rechtbank Rotterdam van 25 juni 2020 vernietigd, waarin beide ouders als bewindvoerder en mentor waren ontslagen. Het hof heeft verzoekster opnieuw benoemd tot bewindvoerder en mentor, omdat zij de dagelijkse zorg voor betrokkene op zich neemt en goed op de hoogte is van zijn behoeften. Het hof heeft overwogen dat de belangen van betrokkene voorop staan en dat verzoekster, ondanks de verstoorde relatie met verweerder, in staat is om de verantwoordelijkheden van bewindvoering en mentorschap naar behoren uit te voeren. De professionele bewindvoerder en mentor zijn ontslagen, en het hof heeft bepaald dat verzoekster de kwartaalberichten aan verweerder moet blijven verstrekken, zodat hij op de hoogte blijft van het welzijn van betrokkene. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd.