Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
- i) [verzoekster] is sinds 27 maart 2006 in dienst geweest bij Cérélia. Haar laatste functie was ‘algemeen projectmedewerker’. [verzoekster] was belast met de controle van de urenregistratie, camerabewaking en naleving van de huisregels. In verband hiermee had zij toegang tot het camerasysteem en het klok- en tijdregistratiesysteem van Cérélia.
- ii) [verzoekster] had een relatie met [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ). Binnen Cérélia was deze relatie niet bekend.
- iii) In januari 2020 heeft [verzoekster] in het klok- en registratiesysteem gezien dat [betrokkene 1] op vier achtereenvolgende dagen gelijktijdig met collega [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) op het werk arriveerde. Dit heeft ertoe geleid dat zij de beide collega’s op 23 januari 2020 op het werk heeft aangesproken met de volgende opmerking:
- iv) [betrokkene 2] heeft over deze opmerking geklaagd bij Cérélia. Er heeft vervolgens op 2 maart 2020 een gesprek plaatsgevonden waarbij aanwezig waren: [verzoekster] , personeelsadviseur [betrokkene 3] en plantmanager [betrokkene 4] . Tijdens dit gesprek is [verzoekster] op non-actief gesteld en heeft Cérélia aangekondigd nader onderzoek te zullen doen.
- v) In dit nader onderzoek is ook met [betrokkene 1] gesproken. Tijdens het onderzoek is gebleken dat [verzoekster] hem ook op een ander moment heeft aangesproken over [betrokkene 2] . In een schriftelijke verklaring uit april 2020 schrijft [betrokkene 1] hierover het volgende:
( [verzoekster] , hof)naar me toe en maakte op een intimiderende manier de opmerking: “Zo, raken jullie elkaar ook aan, dat heb je bij mij nog ooit gedaan”. Omdat [voornaam verzoekster] op dat moment niet bij ons in de buurt was, kan zij dit alleen maar gezien hebben op de camerabeelden.”
ernstigverwijtbaar handelen is geen sprake. Daartoe acht de kantonrechter redengevend dat [verzoekster] de informatie over [betrokkene 1] en [betrokkene 2] heeft verkregen in de normale uitoefening van haar functie en dat zij de uitlatingen heeft gedaan vanuit emotie.
- primair: om Cérélia te veroordelen de arbeidsovereenkomst op gelijke arbeidsvoorwaarden te herstellen, op straffe van een dwangsom voor het geval Cérélia niet aan deze veroordeling voldoet, en om een voorziening te treffen voor de periode dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd;
- subsidiair: om Cérélia te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ex art. 7:683 lid 3 BW ter hoogte van € 40.000,-.
3.Beoordeling
“gewoon een vriendschappelijk contact met een collega, niets meer”en
“[b]lijkbaar zocht zij er meer achter”. Verder zegt hij dat [verzoekster] – geparafraseerd – ‘stalking’-gedrag naar hem vertoonde. Dit beeld klopt niet. [verzoekster] heeft een (omvangrijke) whatsappcorrespondentie met [betrokkene 1] overgelegd (productie 3 bij verweerschrift in eerste aanleg) waarin de door haar gestelde relatie blijkt. Deze relatie is van belang voor de beoordeling van de aangevoerde e-grond. Verder verkeerde [verzoekster] in januari 2020 in een enigszins labiele en emotionele toestand vanwege het overlijden van haar moeder in december 2019; [verzoekster] was (naast haar werk) langdurig met de zorg van haar moeder belast geweest. De ontdekking in januari 2020 dat [betrokkene 1] inmiddels (mogelijk) een relatie met [betrokkene 2] had aangeknoopt, is voor [verzoekster] kennelijk te veel geweest. Zij voelde zich bedrogen door [betrokkene 1] en dat is aanleiding geweest om [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aan te spreken op een wijze die heeft geleid tot een klacht van [betrokkene 2] . Hoewel hier sprake is van een inbreuk op de privacy van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , is deze inbreuk in dit geval zo zeer verweven met de bijzondere privéomstandigheden van [betrokkene 1] en [verzoekster] , waarbij [betrokkene 2] betrokken was geraakt, dat niet aannemelijk is dat de kans op herhaling groot is. Tot slot is van belang dat [verzoekster] jarenlang goed heeft gefunctioneerd. Cérélia had in die omstandigheden moeten volstaan met een waarschuwing (of wellicht een andere disciplinaire maatregel), maar ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen is een te zwaar middel.