Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
€ 100.000,-.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
litispendentieals volgt.
litispendentieis geregeld, zodat de commune regeling van artikel 12 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) daarop van toepassing is. Op grond van deze bepaling zal het hof de onderhavige procedure niet aanhouden in afwachting van de uitkomst in de eerder aanhangig gemaakte procedure bij de Bosnische autoriteiten, omdat niet is voldaan aan de in artikel 12 Rv genoemde voorwaarde dat de beslissing in de Bosnische procedure voor erkenning vatbaar is in Nederland. Het hof legt dat als volgt uit. Op 13 januari 2020 heeft de Bosnische rechter op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 de terugkeer bevolen van de minderjarige naar Nederland als het land van haar gewone verblijfplaats. Daarmee staat vast dat de internationale bevoegdheid van de Bosnische autoriteiten in de bij verzoekschrift van 13 november 2019 aanhangig gemaakte procedure niet kan zijn gebaseerd op de gewone verblijfplaats van de minderjarige in Bosnië. Nu vast staat dat de vader in die procedure de rechtsmacht van de Bosnische autoriteiten uitdrukkelijk heeft betwist, kan de internationale bevoegdheid van de Bosnische autoriteiten evenmin zijn gebaseerd op een forumkeuze door de ouders.