In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen XFluence Interim Services B.V. over een loonvordering. [appellant] stelt dat hij een arbeidsovereenkomst heeft met XFluence, die op 9 oktober 2015 is getekend, en dat hij recht heeft op betaling van achterstallig loon. XFluence betwist het bestaan van de arbeidsovereenkomst en stelt dat er een managementovereenkomst is, die niet door [appellant] is ondertekend. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vorderingen van [appellant] afgewezen, omdat er twijfel bestond over het bestaan van de arbeidsovereenkomst.
In hoger beroep heeft het hof de feiten opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat XFluence niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd. Het hof oordeelt dat [appellant] recht heeft op zijn loon, omdat hij steeds om betaling heeft verzocht en er geen bewijs is dat hij akkoord is gegaan met een andere rechtsverhouding. Het hof heeft de vorderingen van [appellant] toegewezen, inclusief het achterstallige loon en de wettelijke verhoging, en XFluence veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De beslissing van de kantonrechter is vernietigd en het hof heeft de zaak in zijn geheel opnieuw beoordeeld.