ECLI:NL:GHDHA:2021:460
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep tegen ontnemingsvonnis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een ontnemingsvonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, gewezen op 24 december 2014. De betrokkene, geboren in Marokko in 1976, heeft hoger beroep ingesteld, maar de verdediging stelde dat dit niet enkel voor de strafzaak was, maar ook voor de ontnemingszaak. De advocaat-generaal vorderde echter dat de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep. Het hof heeft onderzocht of er daadwerkelijk hoger beroep was ingesteld tegen het ontnemingsvonnis. Het hof concludeerde dat de akte van instellen van rechtsmiddel en de bijbehorende brief van de voormalig raadsman enkel verwezen naar de strafzaak en niet naar de ontnemingszaak. Bovendien was er een procedure gevoerd die betrekking had op de tenuitvoerlegging van de ontnemingsmaatregel, waarin de betrokkene zelf had gesteld dat hij geen hoger beroep had ingesteld tegen de ontnemingszaak. Gezien deze feiten oordeelde het hof dat de betrokkene niet-ontvankelijk was in het hoger beroep.