Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] ,
2. [appellant 2] ,
3. 24Feniks B.V.,
4. Ekanite B.V.,
1.[geïntimeerde 1] ,
2. [geïntimeerde 2]
3. 24Vision Ship Performance Solutions B.V.,
4. 24Vision Shipping Holding B.V.,
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
- In de managementovereenkomsten was een opzegtermijn overeengekomen van één maand. De managementovereenkomsten konden dan ook worden beëindigd met inachtneming van die termijn. Daaraan doet niet af dat partijen eerder hadden gesproken over een ander uitgangspunt voor de arbeidsvoorwaarden, te weten een dienstverband voor onbepaalde tijd met behoud van hun op dat moment bestaande arbeidsvoorwaarden (onder hun dienstverband van dat moment) voor de duur van drie jaar. Partijen hebben uiteindelijk andere afspraken gemaakt en deze in de managementovereenkomsten vastgelegd. Daarin is bovendien met zoveel woorden opgenomen dat deze overeenkomsten bij uitsluiting de tussen partijen bestaande rechtsbetrekkingen regelen.
- Weliswaar zijn de managementovereenkomsten slechts gesloten tussen 24Vision SPS en 24Feniks respectievelijk Ekanite (niet [appellant 1] en [appellant 2] ), maar evident is dat partijen ervoor hebben gekozen om de (toekomstige) rechtsbetrekkingen waarover eerder op meer vrijblijvende basis was gesproken, op deze wijze juridisch vorm te geven.
- [appellant 1] en [appellant 2] hebben uiteindelijk niet gekozen voor de relatieve zekerheid van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar voor een voor hen op dat moment financieel/fiscaal aantrekkelijkere managementovereenkomst die relatief minder zekerheid bood.
- Hierbij dient te worden bedacht dat indien een onderneming verlies blijft lijden ook de zekerheid die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd biedt, beperkt is. Ook die kan immers worden beëindigd (opgezegd/ontbonden).
- [appellant 1] c.s. heeft onvoldoende betwist dat de commerciële resultaten van 24Vision SPS tegenvielen. De tegenvallende resultaten hebben [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ertoe gebracht om de samenwerking met [appellant 1] en [appellant 2] te beëindigen.
NJ1981/635 (Haviltex)). Dit geldt ook voor de clausule in de managementovereenkomsten dat deze bij uitsluiting de tussen partijen bestaande rechtsbetrekkingen regelden (
entire agreement clause). Het oordeel van de rechtbank komt er echter op neer dat [appellant 1] c.s. onvoldoende heeft aangevoerd ter onderbouwing van zijn stelling dat hij in weerwil van de op zichzelf duidelijke bewoordingen van de managementovereenkomsten, in het bijzonder de daarin opgenomen opzegtermijnen van één maand, mocht (blijven) rekenen op wat volgens hem in de protocol meeting van 16 oktober 2015 was afgesproken over inkomenszekerheid voor de duur van drie jaar. Daarmee heeft de rechtbank de hier bedoelde Haviltex-maatstaf als zodanig niet miskend.
entire agreement-clausules naar de letter genomen de rechtsverhoudingen tussen [appellant 1] en [appellant 2] enerzijds en [geïntimeerde 1] c.s. anderzijds niet prejudiciëren. Het hof onderschrijft echter het oordeel van de rechtbank voor zover daarin ligt besloten dat evident is dat partijen ervoor hebben gekozen om de (toekomstige) rechtsbetrekkingen waarover eerder (onder meer tijdens de protocol meeting) was gesproken, op deze wijze juridisch vorm te geven.
- bekrachtigt het bestreden vonnis;
- veroordeelt [appellant 1] c.s. in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde 1] c.s. tot op heden begroot op € 16.054;
- verklaart dit arrest wat deze kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.