Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer rechtbank : C/09/595956 / KG ZA 20-638
1.Het procesverloop van dit kortgeding
- het dossier van de tussen partijen gevoerde kortgedingprocedure bij de rechtbank Den Haag, dat eindigt met de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 september 2020 (hierna: het vonnis);
- de spoedappeldagvaarding van Munckhof, waarin zij negen grieven tegen het vonnis heeft geformuleerd, met productie 19;
- de memorie van antwoord van de Gemeenten;
- de op 8 december 2020 ingediende schriftelijke toelichtingen (pleitnota’s) van beide partijen, met de producties 5 t/m 7 van de Gemeenten.
2.Waar de zaak over gaat
3.Vaststaande feiten
implementatieonder
Personeelvermeld dat zij op het perceel 33 chauffeurs inzet (30 bij perceel 8) die zij, op twee na, nog dient te werven en dat de overige medewerkers, zoals planners, al bij haar in dienst zijn
.Munckhof heeft ook vermeld:
Door de krappe arbeidsmarkt ontstaat een risico wat betreft voldoende personeel. Wij beheersen dit risico omdat wij direct na voorlopige gunning starten met werven. Hierdoor hebben wij in week 25 een duidelijk beeld hoeveel medewerkers wij nog dienen te werven. Als blijkt dat wij nog meer dan 18[hof:
17bij perceel 8]
chauffeurs moeten werven, zetten wij onze doorlopende samenwerking met uitzendbureaus zoals(…)
in. Zij werken conform de cao Taxi en zijn bekend met onze selectie-eisen en voorkeuren. Zo nemen wij snel geschikte medewerkers op uitzendbasis in dienst.”
Artikel 3: Uitvoering Overeenkomst
Opdrachtgever verleent aan Contractant opdracht tot het verrichten van het Leerlingenvervoer perceel 2[hof: of
3of
8]
en bijbehorende vervoer gerelateerde activiteiten, overeenkomstig de(…)
door Contractant uitgebrachte Inschrijving(…)
welke opdracht Contractant bij deze aanvaardt,(…)”
Slechts met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Gemeente, kan de Contractant de uitvoering van de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk laten uitvoeren door derden of uit de Overeenkomst voortvloeiende rechten en/of plichten overdragen aan derden.”
Dat is juist” op geantwoord (vraag 95 Nota van Inlichtingen).
Onderaanneming
is erg van belang gezien het moeilijk verkrijgen van chauffeurs en het niet kunnen leveren van voertuigen door importeurs.
4.Vorderingen, grondslag, vonnis en geschil in hoger beroep
- i) te gebieden om alle drie raamovereenkomsten (voor percelen 2, 3 en 8) na te komen,
- ii) te gebieden toe te staan dat Munckhof de opdrachten op de voet van artikel 4.3 van de Inkoopvoorwaarden uitvoert met de inzet van onderaannemers, zoals zij heeft verzocht op 25 juni 2020, en
- iii) te verbieden de opdrachten betreffende de percelen 2 en 8 door een ander dan Munckhof te laten uitvoeren, en, als de Gemeenten al met anderen overeenkomsten hebben gesloten, te gebieden deze onmiddellijk op te zeggen;
- Munckhof heeft een spoedeisend belang [1.4].
- Vraag is of Munckhof de drie raamovereenkomsten met onderaannemers mag uitvoeren ook al heeft hij ingeschreven zonder onderaannemers [1.5].
- De Gemeenten mochten in redelijkheid het verzoek van Munckhof om onderaannemers te mogen inzetten, afwijzen, gelet op (i) het belang van de inzet van chauffeurs bij de uitvoering van de raamovereenkomsten, (ii) de substantiële mate waarin Munckhof onderaannemers wil inschakelen voor de chauffeurswerkzaamheden en (iii) de onduidelijkheid over de inzet [1.6 – 1.8].
- De door de Coronacrisis ontstane gevolgen voor het (tijdig) werven van voldoende chauffeurs komt op grond van artikel 15 lid 2 van de raamovereenkomsten voor risico van Munckhof [1.9].
- Tijdsverloop tussen 27 mei 2020 en 2 juli 2020 heeft Munckhof geen nadeel toegebracht [1.10].
- Een ingebrekestelling was niet nodig [1.11].
- Er is geen aanleiding de beslissing van de Gemeenten over welk perceel Munckhof nog wel moet uitvoeren (perceel 3, niet perceel 2), niet in stand te laten [1.12].
- Munckhof moet de proceskosten betalen [1.14].
5.De beoordeling door dit hof
vijfonderaannemers voor de uitvoering door de chauffeurs met hun voertuigen) en de percentages (60%) te groot waren, was niet onredelijk. De Gemeenten mochten in redelijkheid weigeren dat Munckhof het vervoer voor 60% met vermoedelijke onderaannemers zou uitvoeren, omdat daarmee de raamovereenkomsten belangrijk veranderden en het verzoek te vaag was over (de uitvoering door) de onderaannemers. Hiertoe overweegt het hof het volgende.
naar verwachting, 5 onderaannemers”. Zij noemde de namen van de onderaannemers niet. Dit mochten de Gemeenten te vaag, en daarmee te onzeker, vinden. Hiertoe overweegt het hof het volgende.
Borging onderaannemers leerlingenvervoer H5” aan de Gemeenten gezonden, met, volgens Munckhof, dezelfde eisen aan onderaannemers als waaraan Munckhof jegens de Gemeenten moet voldoen. Dit stuk is algemeen, van Munckhof afkomstig en niet door onderaannemers ondertekend. Ook met dit stuk was niet duidelijk dat de door Munckhof beoogde onderaannemers aan de eisen zouden gaan voldoen. Het bleef onduidelijk dat er in juni 2020 concreet onderaannemers waren die met Munckhof onderaannemingsovereenkomsten met al de gestelde eisen hadden gesloten of toegezegd hadden die te zullen gaan sluiten.
de samenwerking” met naar verwachting vijf onderaannemer
sheeft geborgd “
in een overeenkomst”). Dit duidt niet op zekerheid over door elke onderaannemer te verrichten diensten. Een overeenkomst met een (of vijf) onderaannemer(s) is niet getoond. De Gemeenten konden niet verifiëren of het om betrouwbare onderaannemers ging en niet (zelfs niet globaal) nagaan of er al een met de onderaannemers geplande uitvoering bestond (zoals wie waarmee welke routes zou rijden en voor hoelang) die daadwerkelijk aan de overeengekomen eisen voldeed.