Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 2 maart 2021
Urban Fashion Holding B.V.,
[geïntimeerde 1],
Shoot Holding B.V.,
De procedure in hoger beroep
Beoordeling van het hoger beroep
Article 2
Inmiddels zijn onze vermoedens bevestigd dat Urban Fashion Holding, en uzelf (mede) handelend als bestuurder van Urban Fashion Holding B.V., gedurende meerdere jaren frauduleus heeft/hebben gehandeld jegens Urban Trends Trading BV door het indienen van valse en onjuiste facturen, kosten in rekening te brengen die niet zijn gemaakt in de uitoefening van werkzaamheden voor Urban Trends Trading BV, alsmede commissievergoedingen te bedingen bij leveranciers van Urban Trends Trading BV zonder deze aan laatstgenoemde, maar in plaats daarvan deze aan Urban Fashion Holding BV, uzelf, of aan u gelieerde privépersonen te (laten betalen), als gevolg waarvan Urban Trends Trading BV schade heeft geleden en nog steeds lijdt.
- de rechtbank heeft in overweging 4.10 voorop gesteld dat voor de beantwoording van de vraag of [geïntimeerden] aansprakelijk kan worden gehouden op dit punt, beoordeeld dient te worden of Trading
op het moment van ontbinding van de managementovereenkomstervan kon en mocht uitgaan dat er een voldoende gegronde reden was voor ontbinding.
De rechtbank heeft de door Fashion aan haar vorderingen op dit punt ten grondslag gelegde verwijten verworpen. Hiertegen richten zich de grieven 1, 2 en 3.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 juni 2019;
- veroordeelt Fashion Holding in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerden] tot op heden begroot op € 5.382,- aan griffierecht en € 16.503,- aan salaris advocaat (3 punten tarief VIII);
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.