In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van een aantal beschuldigingen, maar werd wel veroordeeld tot een taakstraf voor een andere zaak. Het hof heeft de verdachte in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover het hoger beroep gericht was tegen de vrijspraak. De zaak betreft huiselijk geweld, waarbij de verdachte zijn voormalige echtgenote heeft mishandeld door een theepot naar haar te gooien en haar te slaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de voorwaarden van een eerder voorwaardelijk sepot heeft nageleefd en dat er geen andere strafbare feiten zijn gepleegd. Gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een stabiele woonsituatie en goede afspraken met de ex-partner over de kinderen, heeft het hof besloten geen straf of maatregel op te leggen. Het hof heeft de bewezenverklaring van de mishandeling bevestigd, maar de verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de afweging van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.