[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Italië) op [geboortedatum] 1968,
BRP-adres: [adres] (Italië).
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken, waarvan 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is in eerste aanleg een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 december 2017 tot en met 2 mei 2018 te Gouda en/of Utrecht, althans in Nederland, meermaals (telkens) opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd, door:
- één of meerdere Facebookbericht(en) en/of Linkedin berichten / posts, (telkens) alsof deze afkomstig waren van [slachtoffer], te plaatsten en/of te sturen aan medewerkers en/of bestuurders van Phanos en/of leden en/of bestuurders van de Westerkerk, met daarin onder andere de woorden: "I AM A RELIGIOUS SEX PERVERT" en/of
- één of meer Linkedin uitnodiging(en)(telkens) alsof deze afkomstig waren van [slachtoffer], te sturen aan medewerkers en/of bestuurders van Phanos en/of de Nederlandse Zorgautoriteit en/of leden en/of bestuurders van de Westerkerk, en (vervolgens al dan niet na acceptatie van de uitnodiging) een link naar een door haar, verdachte, geschreven blog met daarin beledigende teksten over die [slachtoffer], onder andere inhoudende: "So, this is how our sex life went: he would penetrate me without foreplay whatsoever, when i was still dry, and start fucking me like a real porn actor, with such roughness that very soon my poor vagina was on fire." en/of "Sex got even worse than ever that week: he was mistaking me every night for an inflatable doll, my genital hole being the only part of my body he was interested in." en/of "I was now wondering where was the border between sex and rape",
- één of meerdere e-mail(s) te sturen naar de moeder en/of zus en/of zoon van die [slachtoffer] inhoudende onder andere de woorden: "I am sending you proof of what a pervert your son is" en/of "But this [vrouwennaam] is only the evil tip of this sex maniac's iceberg" en/of
- één of meerdere e-mail(s) te sturen naar leden en/of bestuurders van de Westerker inhoudende onder andere de woorden: "[slachtoffer] is a gross sex pervert".
2.
zij in of omstreeks de periode van 4 december 2017 tot en met 2 mei 2018 te Gouda, althans in Nederland en/of in Italië en/of in Frankrijk, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [slachtoffer], heeft gebruikt met het oogmerk om haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, welk gebruik erin bestond dat zij, verdachte, één of meerdere account(s) en/of profiel(en) heeft aangemaakt op Linkedin en/of Twitter en/of Facebook en/of www.Independent.Academia.EDU als zijnde aangemaakt door die [slachtoffer] en op die account één of meerdere berichten heeft gepost uit naam van die [slachtoffer].
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met aanvulling van gronden. Het door de verdediging gevoerde verweer dat verdachte ten tijde van het tenlastegelegde verminderd toerekeningsvatbaar was, subsidiair de wens tot het alsnog laten opstellen van een psychologisch rapport omtrent de verdachte, dient te worden verworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de gedragingen die ten laste zijn gelegd onder het eerste, derde en vierde gedachtestreepje weliswaar als een belediging zouden kunnen overkomen, maar dat niet gaat om teksten die zijn toegezonden aan de aangever, een en ander zoals nader verwoord onder alinea 7 en 8 van haar pleitnota.
Het hof verwerpt dat verweer en overweegt daartoe als volgt.
De verdachte wordt onder het eerste gedachtestreepje van het onder 1 tenlastegelegde verweten dat zij (op een door haar gemaakt account op naam van de aangever) op Linkedin een bericht/post heeft geplaatst alsof het van de aangever was met daarin de woorden: “I AM A RELIGIOUS SEX PERVERT”. Onder andere een toenmalige collega van de aangever van het bedrijf Pharos, [collega], heeft hiervan kennisgenomen (p.8 en p.61 van het dossier) en doorgestuurd aan de aangever. Van een in het openbaar gedane uiting is sprake als de uiting is gedaan onder zodanige omstandigheden of op zodanige wijze dat zij in beginsel kan worden waargenomen door anderen dan degene tegen wie de uiting is gedaan (HR 29 juni 2010, NJ 2010/410). Naar het oordeel van het hof is algemeen bekend dat Linkedin een online sociaal netwerksite is dat op de zakelijke markt is gericht en dat een account zoals in kwestie door anderen dan degene op wiens naam het staat kan worden waargenomen. Dat is ook daadwerkelijk gebeurd, waarbij [collega] in haar email aan de aangever nog opmerkt dat het is ‘gedeeld’ via Linkedin, waarbij zij tevergeefs de hoop uitsprak dat voorkomen kon worden dat veel mensen het bewezenverklaarde bericht zouden lezen (p.61 van het dossier). Hiermee heeft de verdachte deze belediging in het openbaar bij geschrift gedaan als bedoeld in artikel 266 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Onder het derde en vierde gedachtestreepje van het onder 1 tenlastegelegde wordt de verdachte verweten dat zij e-mails heeft gestuurd aan de moeder van de aangever en aan kerkleden/bestuurders van een kerk waar ook de aangever actief was. In die e-mails stonden teksten die erop neerkomen dat de aangever een ‘(sex) pervert’ is. Deze e-mails zijn door de moeder van de aangever en door een kerklid doorgestuurd aan de aangever. Op die manier is de aangever (indirect) op de hoogte geraakt van de voor hem beledigende inhoud van die e-mails. Dit lag naar het oordeel van het hof ook voor de hand, omdat de e-mails naar de directe omgeving van de aangever zijn verstuurd en de verdachte er dus rekening mee heeft moeten houden dat die zouden worden doorgestuurd aan de aangever, zeker omdat de inhoud van de e-mails (met de belediging) betrekking heeft op de aangever. Hiermee heeft de verdachte deze beledigingen toegezonden of aangeboden aan de aangever zoals bedoeld in artikel 266 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw zich – overeenkomstig de door haar overgelegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat de verdachte van het onder 2 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Hiertoe heeft de raadsvrouw – kort gezegd – aangevoerd dat het vereiste oogmerk ontbreekt, nu de verdachte niet de indruk heeft willen wekken alsof de ontvangers met de aangever te maken hadden, maar dat zij de ontvangers juist tegen hem wilde waarschuwen.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt voorop dat onder artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht, strafbaar is gesteld het misbruik van identificerende persoonsgegevens van iemand anders. Onder de reikwijdte van voornoemd artikel valt ook een situatie waarin iemand op naam van een ander en zonder diens instemming een account heeft aangemaakt, en die ander op dat account in een kwaad daglicht stellen waardoor die ander reputatieschade lijdt (Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1698). Het hof stelt vast dat de aangever enig nadeel en zeker ook reputatieschade heeft geleden, immers volgt uit de aangifte (p.104 van het dossier) o.a. dat de aangever hierdoor zijn baan heeft verloren. Ook volgt hieruit dat het leven van de aangever is geruïneerd door de handelingen van de verdachte, dat hij nog steeds slecht slaapt en zich gespannen voelt. Door het aanmaken van diverse accounts op naam van de aangever, zonder diens instemming, en daaronder de tekst te zetten: ‘I AM A RELIGIOUS SEX PERVERT’, is naar het oordeel van het hof, mede in het licht van de gevolgen voor de aangever, bepaald geen sprake van ‘ironie’ of ‘humor’, zoals gesteld door de verdediging. Het hof verwerpt het verweer. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij op
een ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 4 december 2017 tot en met 2 mei 2018
te Gouda en/of Utrecht, althansin Nederland, meermaals
(telkens
)opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd, door:
- één of meerdere
Facebookbericht(en) en/ofLinkedin bericht
(en
)/ post
(s
),
(telkens
)alsof deze afkomstig waren van [slachtoffer], te plaatsten en/of te sturen aan medewerkers
en/of bestuurdersvan
Pharosen/of leden en/of bestuurders van de Westerkerk, met daarin onder andere de woorden: "I AM A RELIGIOUS SEX PERVERT" en
/of
-
één of meer Linkedin uitnodiging(en)(telkens) alsof deze afkomstig waren van [slachtoffer], te sturen aan medewerkers en/of bestuurders van Phanos en/of de Nederlandse Zorgautoriteit en/of leden en/of bestuurders van de Westerkerk, en (vervolgens al dan niet na acceptatie van de uitnodiging) een link naar een door haar, verdachte, geschreven blog met daarin beledigende teksten over die [slachtoffer], onder andere inhoudende: "So, this is how our sex life went: he would penetrate me without foreplay whatsoever, when i was still dry, and start fucking me like a real porn actor, with such roughness that very soon my poor vagina was on fire." en/of "Sex got even worse than ever that week: he was mistaking me every night for an inflatable doll, my genital hole being the only part of my body he was interested in." en/of "I was now wondering where was the border between sex and rape",
- één
of meerderee-mail
(s)te sturen naar de moeder
en/of zus en/of zoonvan die [slachtoffer] inhoudende onder andere de woorden: "I am sending you proof of what a pervert your son is" en/of "But this [vrouwennaam] is only the evil tip of this sex maniac's iceberg" en
/of
- één
of meerderee-mail
(s)te sturen naar leden
en/of bestuurders van de Westerker
kinhoudende onder andere de woorden: "[slachtoffer] is a gross sex pervert".
2.
zij in
of omstreeksde periode van 4 december 2017 tot en met 2 mei 2018
te Gouda, althansin Nederland
en/of in Italië
en/of in Frankrijk, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten [slachtoffer], heeft gebruikt met het oogmerk om haar identiteit te verhelen en
/ofde identiteit van de ander
te verhelen en/ofte misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, welk gebruik erin bestond dat zij, verdachte, één of meerdere account
(s
)en
/ofprofiel
(en
)heeft aangemaakt op Linkedin en
/ofTwitter
en/of Facebooken
/ofwww.Independent.Academia.EDU als zijnde aangemaakt door die [slachtoffer] en op die account één of meerdere berichten heeft gepost uit naam van die [slachtoffer].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op: