[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder feit 5 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder de feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan verbonden algemene en bijzondere voorwaarden zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep en tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij Stedin Nederland B.V. is geheel toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 december 2016 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 5 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en mitsdien mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover nog aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 27 december 2016 te Delft tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk - al dan niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep gepleegd - heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd (in een (flat)woning/pand, op/aan de [adres]) ongeveer 249 hennepplanten en/of delen daarvan, althans een grote hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 27 december 2016 te Delft met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig gehad (in een (flat)woning/pand op/aan de [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 249, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 27 december 2016 te Delft, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) voornoemd(e) (flat)woning/pand voor de teelt/ het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 28 december 2016 te Delft, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een (flat)woning/pand, op/aan de [adres]) aanwezig heeft gehad ongeveer 249 hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 28 december 2016 te Delft met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft aanwezig gehad (in een (flat)woning/pand aan de [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 249, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 28 december 2016 te Delft, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) voornoemd(e) (flat)woning/pand voor het aanwezig hebben van hennepplanten ter beschikking te stellen;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een (flat)woning/pand, op/aan de [adres]) heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) electriciteit/stroom (in totaal (ongeveer) 29.377 kWh/watt), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen electriciteit/stroom (goed(eren)) onder haar/hun bereik te hebben gebracht door de verzegeling (van de kilowatt-urenmeter/meterkast) te (laten) verbreken en/of te (laten) verwijderen en/of te (laten) verwisselen en/of (vervolgens) een (extra) kabel/aansluiting aan te (laten) leggen, althans wijziging in de bedrading aan te (laten) brengen;
subsidiair, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (flat)woning/pand, gelegen op/aan de [adres] heeft weggenomen (een) hoeveelheid/hoeveelheden electriciteit/stroom (in totaal ongeveer 29.377 kWh/watt), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededaders en/of aan verdachte, waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking door de verzegeling (van de kilowatt-urenmeter/meterkast) te (laten) verbreken en/of te (laten) verwijderen en/of te (laten) verwisselen en/of (vervolgens) een (extra) kabel/aansluiting te laten (aan)leggen, althans wijziging in de bedrading aan te (laten) leggen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar opzettelijk aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) voornoemd(e) (flat)woning/pand ter beschikking te stellen;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een (flat)woning/pand, op/aan de [adres]) heeft weggenomen a. een watermeter en/of een waterkraan en/of b. (een) hoeveelhe(i)d(en) water, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Evides, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen a. watermeter en/of waterkraan en/of b. hoeveelhe(i)d(en) water, in elk geval dat/die goed(eren), onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door a. die watermeter en/of waterkraan los te (laten) koppelen en/of (vervolgens) b. een illegale aansluiting van de hoofdkraan van het water aan te (laten ) leggen;
subsidiair, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (flat)woning/pand, gelegen op/aan de [adres] heeft weggenomen a. een watermeter en/of een waterkraan en/of b. (een) hoeveelhe(i)d(en) water, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Evides, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededaders en/of aan verdachte, waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door a. die watermeter en/of waterkraan los te (laten) koppelen en/of (vervolgens) b. een illegale aansluiting van de hoofdkraan van het water aan te (laten) leggen, , tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar opzettelijk aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) voornoemd(e) (flat)woning/pand ter beschikking te stellen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 12 augustus 2016 tot en met 27 december 2016 te Delft
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijfopzettelijk
- al dan niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep gepleegd -heeft geteeld
, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd (in een
(flat
)woning
/pand,
op/aan de [adres] ongeveer 249 hennepplanten en/of delen daarvan,
althans een grote hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij
op een of meer tijdstip(pen)op
of omstreeks28 december 2016 te Delft,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijk
(in een
(flat
)woning
/pand, op/aan de [adres]
)aanwezig heeft gehad ongeveer 249 hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
(in
/uiteen
(flat
)woning
/pand, op/aan de [adres]
)heeft weggenomen
(een
)hoeveelhe
(i
)d
(en)electriciteit/stroom
(in totaal (ongeveer) 29.377 kWh/watt), in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Stedin Netbeheer B.V.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),zulks na
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/ofdie
/datweg te nemen electriciteit/stroom
(goed(eren))onder
zijnbereik te hebben gebracht door de verzegeling
(van de k
ilowatt-urenmeter/meterkast
)te
(laten)verbreken en
/of te (laten) verwijderen en/of te (laten) verwisselen en/of (vervolgens
)een
(extra
)kabel
/aansluitingaan te
(laten)leggen
, althans wijziging in de bedrading aan te (laten) brengen;
4.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 12 augustus 2016 tot en met 28 december 2016 te Delft
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
(in
/uiteen
(flat
)woning
/pand, op/aan de [adres]
)heeft weggenomen
a.een watermeter
en/of een waterkraan en/of b. (een) hoeveelhe(i)d(en) water, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan het bedrijf Evides,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),zulks na
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/ofdie
/datweg te nemen
a.watermeter
en/of waterkraan en/of b. hoeveelhe(i)d(en) water, in elk geval dat/die goed(eren),onder zijn
/hunbereik te hebben gebracht door
a.die watermeter
en/of waterkraanlos te
(laten)koppelen
en/of (vervolgens) b. een illegale aansluiting van de hoofdkraan van het water aan te (laten ) leggen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsvrouw van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat – kort en zakelijk weergegeven - de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Hiertoe is aangevoerd dat het dossier onvoldoende overtuigend bewijs biedt dat de verdachte betrokken is geweest bij de hennepkwekerij.
Het hof overweegt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting als volgt.
Op 28 december 2016 werd in een flatwoning aan de [adres] te Delft door de politie een hennepkwekerij aangetroffen. In de kweekruimte stonden 195 hennepplanten en 54 potten gevuld met aarde waarin zich hennepplanten bevonden die waren geknipt. Er lagen ook henneptoppen te drogen.
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat in de woning, die de verdachte huurde van Woonbron, persoonlijke spullen van hem aanwezig waren, zoals twee televisies, een computer en een laptop. Er werd ook post op naam van de verdachte aangetroffen. Bovendien is er op een aantal goederen DNA van de verdachte aangetroffen, te weten op een blikje Fanta in de asbak in de keuken, op een sigarettenpeuk in een vuilniszak in de keuken en op een sigarettenpeuk in de kweekruimte.
Het bovenstaande rechtvaardigt zonder meer het uitgangspunt dat de verdachte met enige regelmaat in de woning verbleef; en zodoende betrokken moet zijn geweest bij al hetgeen hem wordt verweten. Met name de sigarettenpeuk die is aangetroffen in de kweekruimte toont aan dat hij ook feitelijk de hennepplanten heeft geteeld.
De verdachte heeft echter het hem tenlastegelegde bestreden met een alternatieve lezing. Hij heeft verklaard dat hij de woning vanwege financiële problemen met ingang van 1 augustus 2016 heeft onderverhuurd aan [onderhuurder], die hij kende van het uitgaansleven en die tijdelijk onderdak zocht. De verdachte had geen weet van de hennepkwekerij. Hij denkt dat hij sinds 1 augustus 2016 niet meer in de woning is geweest. Hij is wel bij de woning en in het portiek geweest. De huur werd dan contant door [onderhuurder] aan de verdachte overhandigd. Na een paar maanden kreeg de verdachte geen contact meer met [onderhuurder] en ging hij vaak naar woning toe omdat hij [onderhuurder] wilde spreken. Daar stond de verdachte dan van de stress te roken. De verdachte haalde zelf zijn post uit het postvakje.
Namens de verdachte is ook aangevoerd dat de aangetroffen DNA-sporen in deze zaak geen bewijswaarde kunnen hebben. De voorwerpen met daarop het DNA van de verdachte zijn immers verplaatsbare objecten, geen dadersporen. Het is goed mogelijk, aldus de advocaat, dat genoemde [onderhuurder] het blikje Fanta en de peuken heeft neergelegd in de woning om zo de verdachte er bij te kunnen “lappen”.
Het hof overweegt als volgt.
Ter onderbouwing van zijn gestelde rechtsverhouding met [onderhuurder] heeft de verdachte aan de politie een “Huurcontract voor het tijdelijk verhuren van een kamer of woning” overgelegd (pagina’s 128 en 129 van het strafdossier).
Anders dan de verdachte voorstaat, kan het hof aan dit document geen enkele bewijswaarde ontlenen.
Allereerst oogt dit document bijzonder incompleet. Een aantal cruciale -en bij dit soort overeenkomsten volstrekt gebruikelijke- gegevens ontbreken volledig: een huurprijs en huurperiode zijn niet opgenomen, evenmin (algemene) gebruiksvoorwaarden. Ook zijn er geen identificerende gegevens van “[onderhuurder]” opgenomen, zoals bijvoorbeeld diens adres, telefoonnummer en bankrekeningnummer; een kopie van een legitimatiebewijs ontbreekt eveneens, een datum van ondertekening ook.
Het komt er op neer dat op basis van dit document niet kan worden vastgesteld dat de verdachte, zoals hij heeft gesteld, zijn woning daadwerkelijk aan ene “ [onderhuurder]” heeft verhuurd.
Tot slot heeft de politie nader onderzoek verricht naar de identiteit van “[onderhuurder]”, mede ook op basis van het door de verdachte opgegeven signalement. Dat onderzoek heeft niets opgeleverd.
Dit alles maakt dat niet aannemelijk is geworden dat de verdachte aan een persoon zich noemende “[onderhuurder]” of aan wie dan ook zijn woning heeft onderverhuurd.
Op grond hiervan en hetgeen is overwogen met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte is het hof van oordeel dat de alternatieve lezing van de verdachte onvoldoende aannemelijk is geworden en gaat hier dan ook aan voorbij.
Dat maakt ook dat aan de aangetroffen goederen in de woning -met daarop het DNA van de verdachte- wel degelijk bewijswaarde kan worden ontleend. Deze moeten als zogenaamde dadersporen worden aangemerkt. Dat een ander, te weten de niet te traceren “[onderhuurder]”, deze zou hebben neergelegd in de woning is volstrekt onaannemelijk.
Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich aan het hem tenlastegelegde heeft schuldig gemaakt.
Gelet op het professionele karakter van de kwekerij ligt het voor de hand dat de verdachte daarbij hulp van derden moet hebben gehad. Dat kan echter niet worden vastgesteld. De verdachte ontkent immers en er zijn hiervoor ook geen concrete aanwijzingen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 4 primair bewezenverklaarde levert op: