ECLI:NL:GHDHA:2021:282
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen en beoordeling opvoedbesluit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen. De moeder, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, betwistte de noodzaak van de verlenging en stelde dat zij voldoende vooruitgang had geboekt in haar behandeling. De gecertificeerde instelling, die verantwoordelijk was voor de zorg van de minderjarigen, voerde aan dat er ernstige zorgen waren over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen, en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was. Het hof oordeelde dat de machtiging tot uithuisplaatsing terecht was verlengd, maar dat het opvoedbesluit van de gecertificeerde instelling te snel was genomen. Het hof benadrukte dat de moeder nog een kans moest krijgen om met hulpverlening toe te werken naar een gefaseerde thuisplaatsing van de kinderen. Het hof stelde dat de gecertificeerde instelling alle mogelijke hulpverlening moest inzetten voordat een definitief opvoedbesluit kon worden genomen. De beslissing van het hof was om de bestreden beschikking te bekrachtigen, maar met de aanbeveling dat de gecertificeerde instelling samenwerkt met de begeleiders van de moeder en toewerkt naar een gefaseerde terugplaatsing van de minderjarigen.