ECLI:NL:GHDHA:2021:2811
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank inzake naheffingsaanslag Bpm voor een kampeerauto
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de Rechtbank Den Haag van 5 december 2019. De belanghebbende, vertegenwoordigd door [X] (h/o [X-1]), had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, die was opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van € 2.610, waarbij de boetebeschikking was vernietigd en de belanghebbende een proceskostenvergoeding van € 498 was toegekend. De Rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij het Hof.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2021 zijn ook andere hoger beroepen behandeld die door dezelfde gemachtigde waren ingesteld. Het Hof heeft vastgesteld dat de geschilpunten in hoger beroep nagenoeg gelijk zijn aan die in eerste aanleg. Het Hof heeft geen reden gezien om de gemachtigde van de belanghebbende te weigeren en heeft de beschikbare gegevens beoordeeld in het licht van de relevante regelgeving. Het Hof concludeert dat de Rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en dat de argumenten van de belanghebbende in hoger beroep niet voldoende zijn om tot een andere conclusie te komen.
Het Hof heeft ook geen reden gezien om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voor te leggen. Uiteindelijk heeft het Hof het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken, met inachtneming van de coronamaatregelen, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.