In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1961, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,- of 10 dagen vervangende hechtenis voor mishandeling van een buurman op 3 oktober 2019. De verdachte had de buurman in het gezicht geslagen. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis vernietigd zou worden en dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mishandeling, maar heeft ook rekening gehouden met de geslaagde mediation tussen de verdachte en het slachtoffer. De verdachte heeft zijn excuses aangeboden en er is een schadevergoeding van € 300,- overeengekomen, die inmiddels is betaald. Het hof heeft geoordeeld dat er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden, omdat dit geen redelijk strafrechtelijk doel meer dient. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is afgewezen, omdat de schadevergoeding al was voldaan. Het hof heeft de kosten voor beide partijen op nihil vastgesteld.