Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESCHIKKING
negentig dagenin de zaak van:
[naam verdachte],
Kamerstukken II, 32398, nr. 3. De wetgever heeft tegelijkertijd aanleiding gezien om artikel 37 Sr te schrappen, de maatregel tot plaatsing in een psychiatrische instelling. Deze maatregel achtte de wetgever overbodig geworden vanwege de mogelijkheden die artikel 2.3 Wfz biedt. Als de zorgmachtiging niet als vrijheidsbenemende maatregel in bovengenoemde zin zou worden aangemerkt, zou de Wfz in het geval van voorlopige hechtenis juist nieuwe beperkingen voor de continuïteit in de zorg in het leven hebben geroepen. Dit is duidelijk niet de bedoeling van de wetgever is geweest.
de strafrechter dit in het kader van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde aangewezen oordeelt in het kader van de afdoening van een voorliggende zaak.
Gelet op het bepaalde in de artikelen 66, 66 lid 2, 67, 67a, 75 en 78 Sv;
NEGENTIG DAGENen bepaalt dat de voorlopige hechtenis zal worden ondergaan in PI Flevoland, HvB Lelystad of enig ander huis van bewaring hier te lande.