Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Zij op of omstreeks 11 maart 2018 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland, mevrouw [slachtoffer] heeft mishandeld door haar
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, een verpleegkundige, was in eerste aanleg vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar veroordeeld tot een taakstraf voor het subsidiair tenlastegelegde. De zaak betreft de dood van mevrouw [slachtoffer], die op 11 maart 2018 ten val kwam in een zorginstelling, wat leidde tot een gebroken heup en uiteindelijk haar overlijden op 14 maart 2018. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep bevestiging van het vonnis, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de schuld van de verdachte. Het hof concludeerde dat de verklaringen van getuigen tegenstrijdig waren en dat er geen causaal verband kon worden vastgesteld tussen het handelen van de verdachte en het overlijden van mevrouw [slachtoffer]. De verdachte werd vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken.