Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 19 januari 2021
British American Tobacco International (Holdings) B.V.,
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport),
Het geding
- de processtukken uit de eerste aanleg;
- de beschikking van de rechtbank Den Haag van 6 februari 2020;
- het beroepschrift van BAT met bijlagen, door het hof per fax ontvangen op 6 mei 2020;
- het verweerschrift van de Staat met bijlagen, door het hof ontvangen op 6 juli 2020;
- de pleitnotities die zijn overgelegd ten behoeve van de mondelinge behandeling op 30 november 2020.
Beoordeling van het hoger beroep
Trb.2004, 269). Dat verdrag verplicht de Staat om maatregelen te treffen om het gebruik van tabaksproducten te ontmoedigen.
Stb.2016, 175).
Stb.2020, 109). In de nota van toelichting bij het Besluit is ter onderbouwing van (de effectiviteit van) de maatregel onder meer verwezen naar een onderzoek van het onderzoeksinstituut Cochrane en naar een Factsheet Generieke tabaksverpakkingen van het Trimbos-instituut.
- haar intellectuele eigendomsrechten;
- het recht op eigendom;
- het recht op vrijheid van meningsuiting;
- het evenredigheidsbeginsel dat is neergelegd in artikel 24 lid 2 van de Richtlijn en de regels inzake het vrije verkeer van goederen;
- het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
‘the effects of standardised packaging: an empirical analysis’en om een onderzoek van [naam 2],
‘An assessment of the effect of Australian plain packaging regulation: analysis of Roy Morgan research data, CITTS Data, and NTPPTS data’van 2 januari 2018. Volgens BAT volgt uit deze rapporten dat de veranderingen in de tabaksverpakkingen die in 2012 zijn geïntroduceerd in Australië geen effect hebben gehad op het aantal mensen dat rookt en dat – volgens [naam 1] – standaardverpakkingen zelfs hebben geleid tot een toename van het verbruik per hoofd van de bevolking.
grief Ivoert BAT aan dat haar verzoek voldoet aan de voorwaarden die gelden voor een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht. De rechter heeft geen discretionaire bevoegdheid ten aanzien van de toe- of afwijzing van een dergelijk verzoek en de rechtbank had het verzoek daarom moeten toewijzen. Volgens
grief IIheeft de rechtbank het doel van het door BAT verzochte voorlopig deskundigenbericht miskend. BAT beoogt haar rechtspositie ten opzichte van de Staat te onderzoeken om te kunnen beoordelen of het zinvol is een bodemprocedure aanhangig te maken.
Grief IIIis gericht tegen het oordeel dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde.
nietintreden, niet ter zake dienend is. Als uit dat onderzoek zou blijken dat de gunstige effecten op het rookgedrag die de Staat van de maatregel verwacht, niet zullen intreden, kan dat een relevante factor zijn voor de beslissing van BAT om al dan niet een bodemprocedure aanhangig te maken én kan dat een gegeven zijn waarop de bodemrechter acht zal slaan. De Staat miskent dat het er in een bodemprocedure niet alleen om zal gaan te beoordelen of de Staat aan de op hem rustende bewijslast zal hebben voldaan, maar ook of BAT feiten en stellingen naar voren heeft weten te brengen die dat bewijs ontkrachten.
Beslissing
- wijst het verzoek van BAT toe en beveelt een voorlopig deskundigenbericht over de vragen vervat in punt 7.1 van het verzoekschrift van BAT;
- verwijst de zaak terug naar de rechtbank Den Haag om het voorlopig deskundigenbericht te laten uitvoeren door de door haar te benoemen deskundige en onder toezicht van de door haar te benoemen rechter-commissaris;
- veroordeelt de Staat in de kosten van het geding, in eerste aanleg begroot op € 656,- aan griffierecht en € 1.086,- aan salaris van de advocaat en in hoger beroep op € 760,- aan griffierecht en € 2.148,- aan salaris van de advocaat en bepaalt dat deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen na de datum van deze uitspraak;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.