Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 15 juni 2021
[appellant],
Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V.,
De procedure in hoger beroep
Korte samenvatting van het geschil
De vaststaande feiten
“Advies
De vorderingen in eerste aanleg en in hoger beroep
primair:op de oude voorwaarden
zonderde uitsluitingsclausule onafgebroken van kracht is, althans met terugwerkende kracht vanaf de datum van het royement is hersteld, en
subsidiair: een en ander op de oude voorwaarden
métde uitsluitingsclausule, op straffe van een dwangsom;
Beoordeling van het hoger beroep
Primairwordt betoogd dat het woord “door” in de uitsluitingsclausule onduidelijk is en voor meerdere uitleg vatbaar, en dat [appellant] een consument is zodat overeenkomstig de contra-proferentemregel de voor hem meest gunstige uitleg geldt. De meest gunstige uitleg is, aldus de toelichting op de grief, de temporele uitleg. Daarbij is voor de vraag of sprake is van arbeidsongeschiktheid door een aandoening van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard de eerste ziekte in de reeks bepalend. Dit was de bacteriële infectie aan zijn knie, zodat de uitsluitingsclausule niet van toepassing is.
Subsidiairwordt in de toelichting op grief 2 aangevoerd dat de uitsluitingsclausule voor een gemiddelde consument als [appellant] onvoldoende duidelijk is, omdat hij hieruit redelijkerwijs niet (begrijpt en) hoeft te begrijpen dat arbeidsongeschiktheid als gevolg van blindheid van dekking zou zijn uitgesloten. Dat [appellant] werd bijgestaan door een assurantietussenpersoon maakt dit niet anders, omdat ook deze tussenpersoon een ‘medische leek’ is. Dit brengt mee dat het beding onredelijk bezwarend is, zodat [appellant] vernietiging ervan vordert.
Meer subsidiairdoet [appellant] voor de uitleg van het woord “door” in de uitsluitingsclausule een beroep op de leer van de ‘dominant cause’, die inhoudt dat beoordeeld moet worden wat de rechtens relevante oorzaak van zijn arbeidsongeschiktheid is. Verdedigd wordt dat dat in dit geval de bacteriële infectie van de knie is.
Uiterst subsidiairbetoogt [appellant], als hij ingevolge artikel 2 lid 3 van de polisvoorwaarden moet bewijzen dat uitsluitend sprake is van een medisch objectief vast te stellen stoornis die rechtstreeks is veroorzaakt door ziekte of ongeval, dat Klaverblad bij een beroep op de uitsluitingsclausule moet bewijzen dat uitsluitend sprake is van een medisch objectief vast te stellen stoornis die rechtstreeks veroorzaakt wordt door een psychische, psychiatrische of psychosomatische ziekte. Voor Klaverblad kan op dit punt geen lichter causaliteitscriterium gelden, omdat a) [appellant] als consument dit niet hoefde te begrijpen, b) ingevolge de jurisprudentie een uitsluitingsclausule beperkt moet worden uitgelegd, c) het gelden van verschillende causaliteitscriteria in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, en d) dit eveneens in strijd is met de aard van de overeenkomst en de beginselen van consumentenbescherming.
arbeidsongeschiktheid door een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard”als vermeld in de uitsluitingsclausule. Gelet op de bewoordingen van artikel 2 lid 3 van de polisvoorwaarden, waarop de uitsluitingsclausule een uitzondering formuleert, en mede gelet op de algemene betekenis hiervan in het dagelijks taalgebruik, had [appellant] het woord “door” redelijkerwijs moeten begrijpen in de zin van: “veroorzaakt door”, of: “als gevolg van”. De bewoordingen van de rechtbank “is ontstaan door” hebben dezelfde strekking. Voor zover [appellant] betoogt dat in de uitsluitingsclausule sprake is van een onduidelijk causaliteitscriterium, en dat de bacteriële infectie aan zijn knie als (rechtens relevante) oorzaak van zijn arbeidsongeschiktheid moet worden aangemerkt, wordt die stelling verworpen. Dat er enig (oorzakelijk) verband is tussen de bacteriële infectie aan de knie en de blindheid van [appellant], anders dan dat de blindheid (tezamen met een aantal andere klachten) gelijktijdig met/direct na de infectie aan de knie is opgetreden, is gesteld noch gebleken. [appellant] mag de uitsluitingsclausule dan ook niet zo begrijpen dat hieruit volgt dat in dit geval moet worden aangenomen dat de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door een bacteriële infectie aan zijn knie.
arbeidsongeschiktheid door een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard”als vermeld in de uitsluitingsclausule rust, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, op Klaverblad. Wat betreft de door Klaverblad te bewijzen causaliteit tussen de blindheid van [appellant] en de aanwezigheid van een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard overweegt het hof het volgende. Het betreft hier de uitleg van een uitsluitingsclausule in een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De aard van de verzekering, die beoogt een vangnet te bieden ingeval van inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid, en de aard van de uitsluitingsclausule die hierop een uitzondering formuleert, rechtvaardigen naar het oordeel van het hof dat de clausule in een beperkte zin wordt uitgelegd. In dit licht is het hof van oordeel dat [appellant] de uitsluitingsclausule redelijkerwijs aldus mocht begrijpen, dat deze slechts dan van toepassing is als sprake is van arbeidsongeschiktheid die volledig wordt veroorzaakt door een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard. De bewijslast hiervan rust, zoals gezegd, op Klaverblad. Dit brengt in dit geval mee dat, indien en voor zover de blindheid van [appellant] mede veroorzaakt wordt door een aandoening of klachten die niet van psychische, psychiatrische of psychosomatische maar van lichamelijke (bijvoorbeeld neurologische) aard zijn, de uitsluitingsclausule niet van toepassing is. [appellant] heeft de uitsluitingsclausule redelijkerwijs in die zin mogen begrijpen.
aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard”,althans dat hij de uitsluitingsclausule niet aldus had hoeven te begrijpen dat hier ook arbeidsongeschiktheid als gevolg van blindheid onder valt, kan dit betoog niet slagen. Vast staat dat voor de blindheid van [appellant] door de artsen vooralsnog geen lichamelijke oorzaak is gevonden. Dit brengt mee dat de blindheid van [appellant] niet zonder meer als (mede) veroorzaakt door een lichamelijke aandoening kan worden aangemerkt. Dat [appellant] zich bij het aangaan van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals hij stelt, niet heeft gerealiseerd dat er naast de in de uitsluitingsclausule genoemde voorbeelden van overspanning, overwerkt zijn, burn-out en oververmoeidheid, nog andere psychische/psychiatrische aandoeningen bestaan die kunnen leiden tot ernstige lichamelijke stoornissen, waaronder blindheid, is onvoldoende zwaarwegend voor een ander oordeel.
arbeidsongeschiktheid door een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard”zoals vermeld in de uitsluitingsclausule, op Klaverblad. Daarbij heeft het hof geoordeeld dat de uitsluitingsclausule alleen van toepassing is als de blindheid van [appellant] volledig wordt veroorzaakt door een aandoening of klachten van psychische, psychiatrische of psychosomatische aard. Indien en voor zover de blindheid van [appellant] mede veroorzaakt wordt door een aandoening of klachten die niet van psychische, psychiatrische of psychosomatische maar van lichamelijke (bij voorbeeld neurologische) aard zijn, is de uitsluitingsclausule niet van toepassing.
Beslissing
- verwijst de zaak naar de rol van 13 juli 2021 voor het nemen van een akte aan de zijde van beide partijen met het doel zoals vermeld in rechtsoverweging 4.18 van dit arrest;
- houdt iedere verdere beslissing aan.