ECLI:NL:GHDHA:2021:2060
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- F. Ibili
- A.A.F. Donders
- E.C. Punselie
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderbewindstelling en noodzaak tot bewind bij Lewy body dementie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, waarbij de goederen van de rechthebbende onder bewind zijn gesteld wegens zijn lichamelijke en geestelijke toestand, specifiek Lewy body dementie. De rechthebbende, die in hoger beroep is gekomen, betwist de noodzaak van de onderbewindstelling en verzoekt het hof om de eerdere beschikkingen te vernietigen. De bewindvoerder, die tevens de echtgenote van de rechthebbende is, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de onderbewindstelling gerechtvaardigd is gezien de progressieve aard van de ziekte van de rechthebbende.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof de standpunten van beide partijen gehoord. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij nog in staat is om zijn financiën te beheren, maar de bewindvoerder stelt dat hij door zijn ziekte niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelfstandig waar te nemen. Het hof heeft de medische verklaringen en het dossier bestudeerd en geconcludeerd dat de rechthebbende, als gevolg van zijn ziekte, tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Het hof heeft daarom de bestreden beschikkingen van de kantonrechter bekrachtigd en het verzoek van de rechthebbende tot ontslag van de bewindvoerder afgewezen.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de bescherming van de rechthebbende en de noodzaak van een bewindvoerder die in staat is om zijn belangen te behartigen. Het hof heeft ook aangegeven dat er ruimte is voor de benoeming van een professionele bewindvoerder naast de huidige bewindvoerder, maar dat dit onderwerp verder moet worden besproken in de aanhangige procedure bij de kantonrechter.