ECLI:NL:GHDHA:2021:2041

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
27 oktober 2021
Zaaknummer
2200118321
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing avondklokrellen via Telegram door een minderjarige verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, een minderjarige, was eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van 20 dagen, waarvan 15 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 60 uren. De zaak betreft opruiing in verband met de avondklokrellen, waarbij de verdachte via de app Telegram opriep tot geweld en rellen. De advocaat-generaal vorderde een zwaardere straf, namelijk een werkstraf van 100 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk. Het hof heeft geoordeeld dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld, maar heeft de opgelegde straf en kwalificatie vernietigd. De verdachte heeft spijt betuigd en het hof heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn stabiele opvoeding en positieve schoolgang. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 5 dagen, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de overige onderdelen van het vonnis bevestigd.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001183-21
Parketnummer: 09-026035-21
Datum uitspraak: 23 september 2021
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Den Haag van 8 februari 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] op [datum] 2005,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 20 (twintig) dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van 15 (vijftien) dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden als nader in het vonnis weergegeven, alsmede een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, subsidiair 30 (dertig) dagen vervangende jeugddetentie.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 januari 2021 tot en met 26 januari 2021 te Gouda, althans in Nederland in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door het plaatsen en/of verspreiden van een of meer berichten en/of afbeeldingen op social media te weten via de app Telegram met de tekst(en): (als beheerder/oprichter in chatgroep [chat]):
- " Vanavond 18.00 verzamelen bij de herenstraat korte akkere goude, daar effe herres zetten, en dan door naar GSV in oosterwei (tegenover JodanBoys) Waarom doen we dit? Onze vrijheid wordt afgepakt en die gaan we terug winnen!!! Neem wasbenzine mee, vuurwerk, eieren en rookbommen" en/of
- " We gaan meerdere keren rellen" en/of
- Oke boys voor de duidelijkheid Lethmaetstraat 18.00 Gouda Korte Akkere verzamelen, daarna door naar GSV ooserwei! Wat meenemen? vuurwerk, wasbenzine, rookbommen, eieren, zwarte outfit, bedek je goed, mondkapjes cappuchon enzv. Deel dit met al je matties en laten we gouda op de kaart zetten!
- " Wil jij in de nieuwe groep, met onze plannen, locatie, tijd enzv? PB [gebruikersnaam]. je moet jouw naam geven wie jij bent als controle, en geen "[naam]" maar je bijnaam/achternaam! Zo word jij toegelaten en ben jij er 100% bij" en/of
- op de vraag "Gaan we Antonius nog aanpakken", reageren met de tekst "later op de avoen"
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 tot en met 26 januari 2021, te Gouda, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met (een) ander(en) opzettelijk gelegenheid middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, door
- het in (persoonlijke) contacten met deelnemers aan (een) Telegram/chat groepen, te weten [chat] en/of [chat2], maken van (nadere) afspraken met (deelnemers aan) die whatsapp/chatgroepen omtrent plaats en/of tijdstip en/of aantal deelnemers en/of al dan niet gebruik van vuurwerk/benzine/bakstenen en/of
- het zich verzamelen in de omgeving van het Kannenburg en/of het verzamelen van takken en/of stenen welk beoogd geweld bestond uit openlijk geweld tegen één of meer gebouwen in Gouda en/of (medewerkers van) de politie.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uren, met aftrek van voorarrest, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarde dat de verdachte - kort gezegd - zijn school afmaakt.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof is van oordeel, dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis, waarvan beroep, met overneming van gronden behoort te worden bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie en met uitzondering van de straf en de motivering daarvan.
Het vonnis moet op die onderdelen worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.
Kwalificatie

De eendaadse samenloop van

in het openbaar, bij geschrift tot enig strafbaar feit opruien

en

het medeplegen van het opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld tegen personen en goederen.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeer kwalijke en ernstige feiten. Door over een periode van meerdere dagen zowel in het openbaar in een appgroep met een groot aantal deelnemers als aansluitend in privéberichten meermaals op te roepen tot rellen onder meer met gebruikmaking van gevaarlijke (explosieve) voorwerpen en vervolgens ook daadwerkelijk concrete afspraken te maken en naar de verzamelplaats te gaan, heeft de verdachte er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor het recht van derden om verschoond te blijven van geweld en vernieling van hun eigendommen en heeft hij door zijn handelen bovendien bijgedragen aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft een leidende en initiërende rol gehad bij het plaatsen van de opruiende berichten en heeft daarmee laten zien zich niets aan te trekken van de maatschappelijke onrust en onveiligheid door dergelijke oproepen en de avondklokrellen die er op dat moment op diverse plaatsen in het land waren. Dat de rellen waartoe de verdachte heeft opgeruid en gelegenheid heeft verschaft uiteindelijk niet hebben plaatsgevonden, is niet aan de verdachte te danken, maar is voorkomen door adequaat ingrijpen van de politie. Ook valt het de verdachte aan te rekenen dat hij zijn rol heeft geprobeerd te verhullen door daarover te liegen tegen de politie en, in eerste instantie, tegen zijn ouders. Het gedrag van de verdachte is in hoge mate onverantwoordelijk en gevaarzettend geweest en vraagt om een strafrechtelijke reactie.
Ter zitting in hoger beroep heeft de verdachte zijn spijt betuigd en op invoelbare en overtuigende wijze duidelijk gemaakt dat hij inmiddels de ernst van zijn daden en de mogelijke gevolgen daarvan inziet. Daarbij heeft de verdachte er blijk van gegeven dat het strafrechtelijk ingrijpen grote indruk op hem heeft gemaakt.
Het hof houdt bij de bepaling van de straf verder rekening met de wijze waarop de verdachte is aangehouden, te weten nadat een aantal politieauto’s ’s ochtends vroeg in zijn straat is verschenen, is een aantal politieagenten de woning binnengestormd; daar lagen niet alleen zijn ouders maar ook zijn jonge zusjes te slapen. Vervolgens is de verdachte van zijn bed gelicht en
- volgens zijn moeder in zijn ondergoed - meegenomen naar het politiebureau, waar hij werd vastgezet. In totaal heeft de verdachte (destijds 15 jaar oud) vijf dagen in voorarrest doorgebracht. Bovendien heeft hij zich tot aan de behandeling in eerste aanleg in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis moeten houden aan verschillende voorwaarden, waaronder een avondklok van 16.00 uur tot 07.00 uur.
Naast dat de aanhouding grote indruk op de verdachte heeft gemaakt, zijn ook zijn moeder en de in de woning aanwezige jonge kinderen zeer geschrokken van de aanhouding.
Uit het dossier en het verhandelde ter zitting in hoger beroep blijkt dat de verdachte opgroeit in een stabiele pedagogische omgeving met zeer betrokken ouders, die hem steunen, maar ook hebben laten merken boos en teleurgesteld te zijn vanwege de door de verdachte gepleegde feiten. Thuis is veel over de feiten gesproken en de verdachte geeft zijn ouders inmiddels inzicht in zijn online gedrag. Verder heeft de verdachte toegelicht dat sprake is van een positieve schoolgang, hetgeen zijn ouders hebben bevestigd.
Het hof heeft acht geslagen op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 5 februari 2021, waarin de Raad heeft aangegeven dat uit het onderzoek niet al te veel zorgen naar voren komen over de verdachte op de verschillende leefgebieden en een straf adviseert die gelijk is aan het voorarrest.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 19 augustus 2021, waaruit blijkt dat de verdachte
nieteerder met politie of justitie in aanraking is geweest.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke jeugddetentie van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 55, 77a, 77g, 77h, 77i, 77gg, 131 en 141a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie en de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 5 (vijf) dagen.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A. Pit, mr. C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen en mr. O.M. Harms, in bijzijn van de griffier mr. A.M. Grasman.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 september 2021.
Mr. C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.