ECLI:NL:GHDHA:2021:202
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrekkige volmacht en afwezigheid verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 14 september 2020. De verdachte, geboren in Tunesië, was niet verschenen op de zitting in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, omdat hij niet ter terechtzitting is verschenen en de volmacht die door zijn raadsman was verleend niet voldeed aan de wettelijke eisen. Het hof heeft vastgesteld dat de schriftelijke volmacht, die op 21 september 2020 was ingediend, niet de noodzakelijke elementen bevatte zoals vereist door artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering. De volmacht ontbrak een verklaring van de advocaat dat hij tot het instellen van het hoger beroep door de verdachte bepaaldelijk was gevolmachtigd, alsook een adres waarnaar een afschrift van de appeldagvaarding kon worden verzonden. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet op de voorgeschreven wijze hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft de verdachte derhalve niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.