ECLI:NL:GHDHA:2021:1994
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- TH.W.H.E. Schmitz
- L.C. van Walree
- E.J. van As
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van dreigende wanordelijkheden tijdens demonstratie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1968, was op 10 april 2016 aanwezig op het Spuiplein te Den Haag tijdens een demonstratie van Pegida. Hij had zijn komst naar de demonstratie voorafgaand per e-mail aangekondigd aan de politie en de gemeente. De politie heeft de verdachte verzocht het plein te verlaten, maar hij weigerde dit, omdat hij meende recht te hebben om aanwezig te zijn bij de demonstratie.
De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis waarvan beroep en veroordeling van de verdachte zonder straf of maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de aanwezigheid van de verdachte op het Spuiplein leidde tot dreigende wanordelijkheden. Hoewel er meldingen waren van onvrede onder enkele demonstranten, was dit onvoldoende om te concluderen dat er daadwerkelijk wanordelijkheden dreigden. De camerabeelden en getuigenverklaringen ondersteunden deze conclusie niet.
Het hof heeft daarom het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het bevel van de politie had genegeerd in een situatie die dreigende wanordelijkheden met zich meebracht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 20 oktober 2021.