ECLI:NL:GHDHA:2021:1958

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2021
Publicatiedatum
14 oktober 2021
Zaaknummer
200.293.572/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot aankoop van een auto door bewindvoerders voor rechthebbende

In deze zaak gaat het om een verzoek van de bewindvoerders, die de ouders zijn van de rechthebbende, om een machtiging van de kantonrechter om uit het vermogen van de rechthebbende een bedrag van € 4.500,- op te nemen voor de aanschaf van een auto, een Suzuki Swift. De kantonrechter had dit verzoek eerder afgewezen. De bewindvoerders zijn in hoger beroep gekomen en stellen dat de aanschaf van de auto in het belang van de rechthebbende is, die gebruik maakt van de auto om naar haar dagbesteding en andere afspraken te gaan. De rechthebbende heeft een Wajong-uitkering en een vermogen van ongeveer € 33.000,-, en de bewindvoerders willen haar meer zelfstandigheid geven door de auto aan haar over te dragen.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechthebbende verklaard dat zij de auto al langere tijd gebruikt en dat het openbaar vervoer voor haar te lastig is. Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende toestemming geeft voor de aankoop van de auto en dat de bewindvoerders voor deze handeling geen machtiging van de kantonrechter nodig hebben. Het hof vernietigt de bestreden beschikking en verklaart de bewindvoerders niet-ontvankelijk in hun verzoek om machtiging. De beslissing is genomen op 13 oktober 2021 door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling civiel recht
zaaknummer : 200.293.572/01
zaaknummer rechtbank : 8812705 \ EJ VERZ 20-84615
beschikking van de meervoudige kamer van 13 oktober 2021
inzake
[appellante] ,
en
[appellant]
wonende te [woonplaats] ,
verzoekers in hoger beroep,
hierna te noemen: bewindvoerders,
advocaat mr. S. Visser te Rotterdam.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: rechthebbende.

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 28 januari 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
De bewindvoerders zijn op 14 april 2021 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.
2.2
Voorts zijn de volgende stukken bij het hof ingekomen:
van de zijde van de bewindvoerders:
- op 27 mei 2021 een brief van diezelfde datum met bijlagen;
- op 13 september 2021 een e-mailbericht met bijlage;
- op 22 september 2021 een e-mailbericht met bijlage.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 1 oktober 2021 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de bewindvoerders, bijgestaan door hun advocaat;
- rechthebbende.

3.De feiten

3.1
De bewindvoerders zijn de ouders van rechthebbende.
3.2
Bij beschikking van 3 oktober 2018 heeft de kantonrechter in de rechtbank Den Haag over de goederen die rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren bewind ingesteld wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand, met benoeming van de bewindvoerders als zodanig.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van de bewindvoerders een machtiging om uit het vermogen van rechthebbende een bedrag van € 4.500,- op te nemen voor de aanschaf van een auto door rechthebbende, afgewezen. De bedoelde auto is nu eigendom van verzoekers.
4.2
De bewindvoerders verzoeken het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, alsnog de bewindvoerders de verzochte machtiging te verlenen om uit het vermogen van rechthebbende € 4.500,- op te nemen voor de aanschaf van de auto Suzuki Swift met kenteken [kenteken] , kosten rechtens.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De bewindvoerders stellen dat het in het belang van rechthebbende is om een auto te hebben om naar haar dagbesteding en andere afspraken te gaan. Zij maakt nu gebruik van de hiervoor genoemde Suzuki van de bewindvoerders. Dit is een van de drie auto’s van de bewindvoerders en zij willen de Suzuki daarom aan rechthebbende overdragen voor
€ 4.500,-. Gelet op de waardebepaling is dit een reële prijs. De Suzuki stond reeds enige tijd ter beschikking van rechthebbende en haar broer, maar de broer gebruikt de auto niet meer. Rechthebbende woont sinds juli 2020 in een eenheid waar gedurende alle dagen 24 uur begeleiding aanwezig is. Zij ontvangt een Wajong-uitkering van € 13.800,- per jaar (€ 1.150,- per maand) waarop een eigen bijdrage zorg door CAK wordt ingehouden van € 580,- per maand. Het restantbedrag staat rechthebbende ter vrije beschikking. Zij heeft een vermogen van ongeveer € 33.000,-, welk vermogen mede is gevormd door een erfenis van € 10.000,- uit de nalatenschap van een oom. Bewindvoerders willen trachten rechthebbende tot een grotere mate van zelfstandigheid te brengen in het kader waarvan het naar hun mening een goede zaak zou zijn wanneer de Suzuki aan haar in eigendom wordt overgedragen en zij de auto gebruikt, onderhoudt en ook de overige lasten verbonden aan het bezit van een auto voor haar rekening neemt. De auto zal verkocht worden aan een derde als de verzochte machtiging niet wordt verleend. Rechthebbende zal dan haar zelfstandigheid en mobiliteit verliezen.
5.2
Rechthebbende heeft ter zitting verklaard al langere tijd gebruik te maken van de auto om naar haar werk te gaan en familie te bezoeken, waarvan de meesten ver weg wonen. Het openbaar vervoer is in verband met haar autisme te lastig voor rechthebbende. Zij maakt bijna dagelijks gebruik van de auto en vindt het een goed idee om deze op haar naam te zetten.
5.3
Het hof stelt het volgende voorop. Artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek luidt, voor zover hier van belang:
1. Tijdens het bewind vertegenwoordigt de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte. De bewindvoerder draagt zorg voor een doelmatige belegging van het vermogen van de rechthebbende, voor zover dit onder het bewind staat en niet besteed behoort te worden voor een voldoende verzorging van de rechthebbende. De bewindvoerder kan voorts voor de rechthebbende alle handelingen verrichten die aan een goed bewind bijdragen.
2. Hij behoeft echter toestemming van de rechthebbende of, indien deze daartoe niet in staat of weigerachtig is, machtiging van de kantonrechter voor de volgende handelingen:
beschikken en aangaan van overeenkomsten tot beschikking over een onder het bewind staand goed, tenzij de handeling als een gewone beheersdaad kan worden beschouwd of krachtens rechterlijk bevel geschiedt;
[…]
Naar het oordeel van het hof is in hoger beroep gebleken dat rechthebbende toestemming geeft aan de bewindvoerders tot aankoop van voormelde Suzuki ten laste van haar vermogen. Zij heeft aangegeven waarom de aanschaf van de auto in haar belang is. Naar het oordeel van het hof moet rechthebbende dan ook in staat worden geacht deze toestemming weloverwogen te verlenen. Het hof stelt op grond van artikel 1:441 lid 2 BW dan ook vast dat bewindvoerders voor deze handeling geen machtiging nodig hebben van de kantonrechter. Het hof zal de bestreden beschikking dan ook vernietigen en bewindvoerders alsnog niet-ontvankelijk verklaren in hun inleidend verzoek om machtiging van de kantonrechter.
5.4
Het hof overweegt ten overvloede nog als volgt. Gelet op het feitelijke gebruik van de auto door rechthebbende is de aankoop in het belang van de rechthebbende. Gebleken is voorts dat de koopprijs een marktconforme prijs is voor de auto en de koop daarvan niet in strijd is met de vermogensrechtelijke belangen van rechthebbende. Dus ook uit het oogpunt van de toezichthoudende taak van de kantonrechter ziet het hof geen reden om goedkeuring aan de aankoop te onthouden.
5.5
Gelet op het vorenstaande beslist het hof als volgt.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in het hoger beroep:
vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw beschikkende:
verklaart bewindvoerders niet-ontvankelijk in hun inleidend verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mrs. F. Ibili, C.M. Warnaar en E.C.C. Punselie, bijgestaan door mr. A.C. van Waning als griffier en is op 13 oktober 2021 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.