Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
mishandeling besloten ligt niet kan worden bewezen, zodat de verdachte behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren, wegens mishandeling van de aangever. De verdachte heeft echter hoger beroep ingesteld, waarbij hij zich op het standpunt stelde dat hij handelde uit noodweer.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 18 januari 2021 werd de verdachte door zijn zoon gebeld omdat de aangever voor de deur van zijn woning stond en de deur had vernield. De aangever had een honkbalknuppel bij zich en viel de verdachte aan toen deze met de auto aan kwam rijden. De verdachte verklaarde dat hij door de aangever werd geslagen met de knuppel en dat hij zichzelf moest verdedigen. Het hof oordeelde dat de verdachte niet de confrontatie had gezocht en dat hij zich moest verdedigen tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de knuppel van de aangever heeft afgepakt en hem naar de grond heeft gewerkt. Vervolgens heeft de verdachte de aangever een aantal keer geslagen ter verdediging. Het hof concludeerde dat de verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging niet had overschreden en dat het door hem gebruikte geweld in redelijke verhouding stond tot de dreigende aanranding. Hierdoor kwam het hof tot de conclusie dat het beroep op noodweer geslaagd was.
Als gevolg hiervan heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de noodweer als rechtvaardigingsgrond in strafzaken, vooral in situaties waarin de verdachte wordt aangevallen.