Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
NJ2008/358, r.o. 3.21). De lijn in de jurisprudentie is sindsdien ongewijzigd gebleven. Gelet op deze jurisprudentie ziet het hof – ongeacht de door de raadsman opgeworpen vraag wanneer de datum a quo precies gelegen is - geen reden het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, ook niet in samenhang bezien met de omstandigheid dat het complete originele dossier niet meer voorhanden is. Dit is weliswaar een zeer onwenselijke situatie, maar kan op zichzelf, ook als bezien in samenhang met het tijdsverloop, niet leiden tot de slotsom dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM. De raadsman heeft geen daartoe nopende omstandigheden aangevoerd en het hof kan die ook overigens niet vaststellen.