ECLI:NL:GHDHA:2021:1807
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Betekening van de bestreden beschikking aan een man zonder vaste woon- of verblijfplaats en de ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de betekening van een bestreden beschikking aan een man zonder vaste woon- of verblijfplaats en de vraag of hij ontvankelijk is in zijn hoger beroep. De man, die in België woonde, heeft op 3 februari 2021 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 7 februari 2018, waarin hij werd verplicht tot het betalen van partneralimentatie aan de vrouw. De vrouw heeft betoogd dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat hij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de man geen bekende woon- of verblijfplaats had en dat de betekening van de beschikking op 1 oktober 2018 op juiste wijze heeft plaatsgevonden. De man heeft pas op 3 februari 2021 hoger beroep ingesteld, wat buiten de wettelijke termijn valt. Het hof heeft geoordeeld dat de man niet-ontvankelijk is in zijn verzoek in hoger beroep en heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is op 29 september 2021 uitgesproken in het openbaar.