ECLI:NL:GHDHA:2021:1747
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontvankelijkheid beroep en belastingaanslag 2016
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, die op 11 februari 2021 het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2016, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst de aanslag en de beschikking belastingrente heeft gehandhaafd. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak op bezwaar beroep ingesteld, maar de Rechtbank heeft geoordeeld dat het beroepschrift te laat was ingediend. Belanghebbende heeft aangevoerd dat hij in het buitenland verbleef en dat hij psychische aandoeningen heeft, waardoor hij niet in staat was om tijdig te reageren. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat belanghebbende niet voldoende heeft aangetoond dat hij niet in verzuim was. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen.