4.7De hiervoor vermelde gang van zaken, in samenhang met de zorgelijke financiële situatie bij Sarda en Daweko, had [geïntimeerde sub 1] ervan moeten weerhouden eind januari 2017 een opdracht bij Yasbouw te plaatsen. Hij had, gelet op de problemen die in januari 2017 (nog steeds) bestonden bij het Biomass-project, redelijkerwijze behoren te begrijpen dat Sarda niet aan haar verplichtingen jegens Yasbouw zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Daarop is niet van invloed dat, zoals [geïntimeerde sub 1] en Bonito betogen, met de opdracht aan Yasbouw een relatief gering bedrag gemoeid was. Feit was immers dat de situatie eind januari 2017 aldus was dat de betaling van Yasbouw afhankelijk was van de betalingen aan Sarda/Daweko uit het Biomass-project. Dat tijdens de getuigenverhoren nog een alternatieve oorzaak voor de problemen is genoemd -Post NL- verandert dit niet. Uit de verklaringen over dit onderwerp blijkt niet dat Post NL eind januari 2017 een activiteit betrof die ondanks de hiervoor besproken financiële problemen, (voldoende) vertrouwen kon geven dat Yasbouw (uiteindelijk) wél zou kunnen worden voldaan. Wat in het getuigenverhoor nog is verklaard over het NPG-krediet doet niet af aan wat het hof in 3.11 van het arrest van 24 maart 2020 heeft overwogen. De stellingen van [geïntimeerde sub 1] en Bonito onderbouwen ook niet, althans onvoldoende, dat zij er ten tijde van de opdracht aan en/of werkzaamheden van Yasbouw op mochten vertrouwen dat dat krediet zou worden verkregen en dat Yasbouw daaruit op enigerlei wijze, direct of indirect, zou kunnen worden voldaan. Slotsom is dus dat [geïntimeerde sub 1] als (indirect) bestuurder van Sarda terzake van de benadeling van Yasbouw persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat Bonito en hij onrechtmatig hebben gehandeld jegens Yasbouw. Zij dienen de door Yasbouw geleden schade te vergoeden (vgl. rov 3.4 van het tussenarrest).
5 Dit betekent dat de grieven I en grief II (voor het overige) slagen. Daarmee dient de omvang van het toe te wijzen bedrag te worden bepaald.
6 [geïntimeerde sub 1] en Bonito hebben naar voren gebracht dat Yasbouw door haar vordering strekkende tot betaling van de factuur geen schadevergoeding maar nakoming vordert. In ieder geval de btw kan geen deel uitmaken van de vordering tot schadevergoeding en voor het overige is de vordering onvoldoende gesubstantieerd, aldus [geïntimeerde sub 1] en Bonito.
Het hof overweegt dat de vordering van Yasbouw wel degelijk vergoeding van schade, geleden doordat Sarda haar betalingsverplichting jegens Yasbouw niet is nagekomen, betreft. Nu Yasbouw met een oninbare en onverhaalbare factuur is blijven zitten, kan de geleden schade in beginsel gelijk worden gesteld aan het negatieve contractsbelang en dat komt overeen met (de omvang van) de factuur, rekening houdend met eventueel bespaarde kosten.
Het hof verwerpt, ten slotte, het betoog dat de btw niet moet worden meegewogen bij de vaststelling van de schade. Yasbouw is btw verschuldigd over de door haar voor haar werkzaamheden aan Sarda in rekening gebrachte vergoeding. Mocht Yasbouw intussen btw hebben teruggevraagd wegens oninbaarheid van haar vordering op Sarda, dan dient zij deze alsnog af te dragen ten titel van de veroordeling die met dit arrest wordt gegeven.
7 Dat leidt tot alsnog toewijzing van de vordering van Yasbouw strekkende tot betaling van € 13.993,98 met kosten. De vordering betreffende de verklaring voor recht (rov 2.2. tussenarrest) zal worden afgewezen omdat Yasbouw daarbij, naast de veroordeling tot betaling van schadevergoeding, geen belang heeft. Als de in het ongelijk gestelde partijen zullen [geïntimeerde sub 1] en Bonito hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep. Daarbij zal rekening worden gehouden met de getuigentaxe van de aan de zijde van Yasbouw gehoorde [getuige 2] en met de beslagkosten. Omdat de beslagstukken niet door Yasbouw zijn overgelegd, zal het hof deze bepalen op 1 punt van het liquidatietarief in eerste aanleg en op de explootkosten van het beslag (aan te tonen door het overleggen van het desbetreffende exploot).