ECLI:NL:GHDHA:2021:169
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 223 Rv betreffende eigendomsoverdracht van gas- en elektriciteitsnetten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep van Rendant Parknet Beheer B.V. tegen Stedin Netbeheer B.V. en Stedin Netten B.V. over de economische en juridische eigendomsoverdracht van gas- en elektriciteitsnetten. Rendant, eigenaar en exploitant van een particulier elektriciteits- en gasnet, was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin was bepaald dat Rendant de economische eigendom van de netten moest overdragen aan Stedin Netbeheer tegen een door de rechtbank vastgestelde waarde. Rendant had in hoger beroep de vorderingen van Stedin c.s. willen afwijzen en de tegenprestatie voor de eigendomsoverdracht willen verhogen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat Rendant verplicht was de economische eigendom van de netten over te dragen, maar Rendant betwistte de noodzaak van deze overdracht en voerde aan dat zij belang had bij het behoud van de eigendom. Stedin c.s. stelden dat de juridische eigendomsoverdracht noodzakelijk was om de continuïteit van de gas- en elektriciteitsvoorziening te waarborgen. Het hof oordeelde dat de gevorderde voorlopige voorzieningen niet konden worden toegewezen, omdat de hoofdzaak zich nog in een beginfase bevond en er onvoldoende urgentie was voor een onmiddellijke eigendomsoverdracht. Het hof wees de incidentele vorderingen af en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beslissing in de hoofdzaak werd aangehouden.