ECLI:NL:GHDHA:2021:1608

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2021
Publicatiedatum
31 augustus 2021
Zaaknummer
2200106918
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in omvangrijke zedenzaak met therapeutische context en misleiding

In deze zaak, die zich afspeelt in de context van een omvangrijke zedenzaak, stond de verdachte terecht voor het hof na een hoger beroep tegen een vrijspraak door de rechtbank Rotterdam. De verdachte, die in de periode van 2008 tot 2012 als therapeut werkzaam was, werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met een benadeelde partij die zich als patiënt aan haar had toevertrouwd. De medeverdachte, die ook therapeut was, had een manipulatieve rol gespeeld in deze situatie. Het hof oordeelde dat de verdachte onder de invloedsfeer van de medeverdachte verkeerde en in de veronderstelling verkeerde dat de handelingen noodzakelijk waren voor de behandeling van de benadeelde partij. Het hof concludeerde dat er geen opzet was bij de verdachte, waardoor zij werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden. Het hof benadrukte de context van misleiding en manipulatie die de rol van de verdachte beïnvloedde, en oordeelde dat de verdachte niet willens en wetens de kans had aanvaard dat haar handelingen een ontuchtig karakter hadden.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001069-18
Parketnummer: 10-682068-16
Datum uitspraak: 31 augustus 2021
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte integraal vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september 2008 tot en met 31 december 2012 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 4] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
terwijl zij en/of haar mededader ([medeverdachte]) toen werkzaam was/waren in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft/hebben gepleegd met [benadeelde partij], die zich als patiënt en/of cliënt aan haar, verdachtes, en/of haar mededader's hulp en/of zorg had toevertrouwd,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader als therapeut en/of hulpverlener in haar/hun relatie met die [benadeelde partij] (meermalen) (telkens) ontuchtig
  • de schaamstreek en/of borst(en) van die [benadeelde partij] betast en/of
  • die [benadeelde partij] de penis van [medeverdachte] laten betasten en/of aftrekken en/of likken en/of zoenen en/of gezogen en/of gelikt in/aan de borst(en)/tepel(s)/vagina/tussen de schaamlippen van die [benadeelde partij] en/of
  • (een) vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij] gebracht en/of gehouden en/of
  • een penis en/of tong in de mond van die [benadeelde partij] gebracht en/of gehouden;
subsidiair
[medeverdachte] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september 2008 tot en met 31 december 2012 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 4] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
terwijl [medeverdachte], toen werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [benadeelde partij], die zich als patiënt en/of cliënt aan de hulp en/of zorg van [medeverdachte] had toevertrouwd,
bestaande die ontucht hierin dat die [medeverdachte]:
 de schaamstreek en/of borst(en) van die [benadeelde partij] heeft betast en/of
  • die [benadeelde partij] zijn penis heeft laten betasten en/of aftrekken en/of likken en/of zoenen en/of heeft gezogen en/of gelikt in/aan de borst(en)/tepel(s)/vagina/tussen de schaamlippen van die [benadeelde partij] en/of
  • een vinger in de vagina van die [benadeelde partij] heeft gebracht en/of gehouden en/of
  • een penis en/of tong in de mond van die [benadeelde partij] heeft gebracht en/of gehouden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door (telkens)
- die [benadeelde partij] ertoe aan te zetten ontucht te plegen met die [medeverdachte] (door) tegen die [benadeelde partij] te zeggen dat:
* het plegen van ontuchtige handelingen met [medeverdachte] en [verdachte] genezend zou zijn voor die [benadeelde partij] en/of
* haar probleem zo groot was dat zelfs God er niet bij kon en/of seks met zijn drieën en bevrijdend bidden de oplossing zouden zijn en/of
* de reacties die [benadeelde partij] had tijdens de ontuchtige handelingen kwamen door trauma's van vroeger en zouden leiden tot genezing en/of
* seksualiteit voor haar, verdachte, genezend was geweest en [benadeelde partij] ook zou helpen en/of
* [medeverdachte] haar, verdachte, vanaf 1999 had gevraagd welk meisje zij, verdachte, [medeverdachte] zou gunnen en zij, verdachte, telkens de naam van die [benadeelde partij] had genoemd en/of
* grenzeloosheid en vrijheid en God hun genezing waren en/of (vervolgens) aan die [benadeelde partij] te vragen met haar, verdachte, en [medeverdachte] naar (een) parenclub(s) te gaan,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • de penis van die [medeverdachte] te betasten en/of in haar, verdachtes, mond en/of vagina te brengen en/of houden in de aanwezigheid van die [benadeelde partij] en/of
  • (daarbij/vervolgens) de schaamstreek en/of vagina en/of borsten en/of tepels van die [benadeelde partij] te betasten en/of likken en/of zoenen en/of een vinger in de vagina van die [benadeelde partij] te brengen en/of houden terwijl die [medeverdachte] de schaamstreek en/of vagina en/of borsten en/of tepels van die [benadeelde partij] betastte en/of likte en/of zoende en/of een vinger in de vagina van die Stein bracht en/of hield en/of voornoemde ontuchtige handelingen met die [benadeelde partij] verrichtte en/of
  • met [medeverdachte] en die [benadeelde partij] naar (een) parenclub(s) te gaan en/of
  • toe te laten dat die [medeverdachte] meermalen ontucht pleegde met die [benadeelde partij] en/of
  • niet in te grijpen daar waar onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk was en aldus voornoemd seksueel misbruik mogelijk te maken dan wel voort te laten duren.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het haar tenlastegelegde, nu de verdachte geen opzet op de ontucht met de aangeefster had.
Het hof oordeelt als volgt.
Vast staat dat in de tenlastegelegde periode meerdere malen seksuele handelingen zoals omschreven in de tenlastelegging hebben plaatsgevonden, waarbij de aangeefster (hierna: [benadeelde partij]), de verdachte en [medeverdachte] waren betrokken.
[medeverdachte] is bij arrest van het gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 4 december 2020 voor zijn rol in deze zaak veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden. [medeverdachte] heeft tegen dit arrest beroep in cassatie ingesteld.
Voor een bewezenverklaring dat de verdachte het strafbare feit van artikel 249, eerste lid juncto tweede lid aanhef en onder sub 3 van het Wetboek van Strafrecht als medepleger of medeplichtige heeft gepleegd is vereist dat zij het opzet heeft gehad op het plegen van ontuchtige handelingen met iemand die zich als patiënt aan haar hulp of zorg, of aan die van de medeverdachte, heeft toevertrouwd. Het hof acht de aanwezigheid van dit opzet bij de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen. Het overweegt daartoe het volgende.
Het hof stelt allereerst vast dat de verdachte van 1993 tot 2010 op [zorginstelling] heeft verbleven. Eerst als cliënt, maar vervolgens is zij zelf mensen gaan “helpen” op [zorginstelling]. Na een korte onderbreking waarin verdachte in het buitenland was, is zij wederom op [zorginstelling] komen wonen en werken.
In de ten laste gelegde periode vervulde [medeverdachte] de rol van zorgverlener en hulpverlener. Daarnaast was hij geestelijk leidsman van [zorginstelling]. De verdachte presenteerde zich als begeleider, counselor en deel van het therapeutisch team. Daarbij verdient opmerking dat ook het slachtoffer [benadeelde partij] deel uitmaakte van het therapeutisch team. Illustratief in dit verband is wat de getuige [getuige 1], huisarts van [zorginstelling], hierover heeft verklaard, namelijk - kort gezegd - dat het probleem was dat de medeverdachte patiënten al teamlid maakte, terwijl ze zelf nog volop problemen hadden. De getuige vond dat die mensen zelf nog veel te kwetsbaar waren om therapieën te geven.
Het hof overweegt dat deze omstandigheid – waarin [medeverdachte] patiënten ‘als instrument’ inzette bij zijn illegale praktijken waarvoor hij (nog niet onherroepelijk) is veroordeeld, dwingt om de positie van de verdachte binnen het door [medeverdachte] gesponnen web van misleiding en manipulatie met grote behoedzaamheid te duiden. [medeverdachte] werd naar eigen zeggen op handen gedragen. Vanuit die positie heeft hij op misleidende wijze [benadeelde partij] doen geloven dat de seksuele handelingen die hij haar liet ondergaan een helende werking zouden hebben en zouden bijdragen aan haar genezing. Hij heeft eveneens op misleidende wijze de verdachte hierbij betrokken. Die misleiding van de verdachte door [medeverdachte] leidt het hof af uit het volgende.
Hoewel haar verblijf als cliënt al weer enige tijd geleden heeft plaatsgevonden, blijkt uit het dossier dat de verdachte zich jegens [medeverdachte] in het verleden als cliënt in ieder geval – net als [benadeelde partij] – in een kwetsbare positie bevond. Zij is in de loop van de tijd weliswaar zelfstandig haar eigen weg gegaan, maar bevond zich in de ten laste gelegde periode duidelijk onder de invloedsfeer van [medeverdachte]. Het staat niet ter discussie dat [medeverdachte] de initiator was van de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden. Als het ging om de noodzaak om [benadeelde partij] aan een dergelijke behandeling te onderwerpen, had [medeverdachte] duidelijk de leiding en was de verdachte volgzaam. Dat [medeverdachte] sterk manipulatief gedrag vertoonde, blijkt onder meer uit de e-mail van de dochter van [medeverdachte] d.d. 21 oktober 2013 (pagina 199 van het politiedossier), waarin zij over en naar haar vader schrijft:
“Immers, je hebt niet de kans gehad om je te verdedigen bij [naam] (het hof begrijpt: [benadeelde partij]) en [naam] (het hof begrijpt: [getuige 2]). Je laat ze in de procesbeschrijving dan wel hun verhaal doen bij de coach maar je uiteindelijke doel is om je te kunnen verdedigen wat betreft het misbruik en ze te laten inzien dat het vrijwillig was. Daarom haal je [naam] (het hof begrijpt: de verdachte) erbij in een gezamenlijk gesprek. Ze zullen dan moeten erkennen dat het ten tijde van het gebeuren vrijwillig was maar wij weten dat de geslepen manipulatie maakte dat ze erom gingen vragen. Net als een drugsdealer die je verslaafd maakt door gratis drugs te geven, als je eenmaal verslaafd bent en je krijgt het niet meer… ja, dan ga je erom vragen!”
Ook [benadeelde partij] heeft hierover geschreven (pagina 301 van het politiedossier):
“Ik hoop van harte dat u de sluwheid doorziet van de directeur (het hof begrijpt: [medeverdachte]). Hij maakte mij teamlid op een bepaald moment, zei toen echt letterlijk: Nou mag het. De basis ligt in de geniale manipulatie van de directeur de eerste tijd. Die is zo goed geweest dat dit jaren heeft voort kunnen duren, dat ik zelfs ben teruggegaan en dat hij steeds verder over mijn grenzen heen is kunnen gaan en mijn eigen normen en waarden heeft kunnen laten vervagen (hersenspoeling).”
Het hof is van oordeel dat de verdachte gedurende haar verblijf in [zorginstelling] – net als veel andere vrouwen die later aangifte tegen [medeverdachte] hebben gedaan - in de ban is geraakt van [medeverdachte]. Dat blijkt ook uit de aanvullende aangifte van [benadeelde partij]: “Jullie vroegen of de seks tussen [naam] (verdachte) en [medeverdachte] gelijkwaardig overkwam in 2008. Ja, zei ik. Echter, ook zij kwam binnen als cliënt in 1993. Zij werd daarna ook zomaar teamlid. [medeverdachte] kuste haar eens en zij werd verliefd. Ze kreeg in haar beleving de profetie dat God tegen haar zei dat hij haar derde man zou worden. Ook haar heeft hij totaal afhankelijk gemaakt. Zonder hem is deze vrouw een wrak.”
De omstandigheid dat de verdachte niet duidelijk heeft verklaard over de invloed die [medeverdachte] op haar had, maakt niet dat die niet heeft bestaan. Het verschil met de vrouwen die aangifte tegen [medeverdachte] hebben gedaan en zo als slachtoffer worden aangemerkt, is dat de verdachte niet (publiekelijk) afstand heeft genomen van [medeverdachte]. Zelfs uit haar schriftelijke verklaring die in hoger beroep is overgelegd, blijkt niet ondubbelzinnig dat de verdachte afstand neemt van [medeverdachte].
Het hof acht het gelet op de hiervoor beschreven context van misleiding en manipulatie aannemelijk dat de verdachte – ten tijde van de tenlastegelegde handelingen - in de veronderstelling verkeerde dat de behandeling van [benadeelde partij] noodzakelijk was. Daaraan doet niet af dat op verschillende momenten ter sprake is gekomen dat [benadeelde partij] geen aangifte zou doen vanwege de seksuele handelingen die verricht werden. Dat klemt temeer omdat men zich ervan bewust was dat er achteraf geklaagd kon worden. Er waren immers eerder vrouwen die aangifte hadden gedaan tegen [medeverdachte]. Dat was bekend.
Gelet op het voorgaande overweegt het hof dat de verdachte niet willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de tenlastegelegde seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen haar, [benadeelde partij] en [medeverdachte] een ontuchtig karakter hadden. Zowel kaal opzet als opzet in voorwaardelijke zin kan dus niet worden bewezen.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van € 20.000,00.
Nu de verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Het hof zal bepalen dat ieder der partijen de eigen kosten draagt die tot aan deze uitspraak vanwege de vordering zijn gemaakt.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst, mr. R.J. de Bruijn en mr. O.E.M. Leinarts, in bijzijn van de griffier mr. L.I. Appels.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 31 augustus 2021.
Mr. R.J. de Bruijn en mr. L.I. Appels zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.