ECLI:NL:GHDHA:2021:1598
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.A.F. Donders
- P.B. Kamminga
- L.C.A. Verstappen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van onderbewindstelling en mentorschap op basis van levenstestament
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikkingen van de rechtbank Rotterdam van 23 september 2020, waarbij bewind en mentorschap waren ingesteld voor de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1950, had op 4 december 2019 een levenstestament opgemaakt, waarin hij zijn partner als gevolmachtigde had aangewezen. Het hof oordeelde dat er op dat moment geen noodzaak was voor het instellen van bewind of mentorschap, omdat de rechthebbende zelf passende voorzieningen had getroffen. Het hof benadrukte het belang van het levenstestament en de autonomie van de rechthebbende, en stelde dat de maatregelen van bewind en mentorschap de doelstellingen van het levenstestament zouden frustreren. Het hof vernietigde de eerdere beschikkingen en wees de verzoeken om bewind en mentorschap af. De beslissing werd genomen met inachtneming van artikel 12 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat de respect voor de wensen van de rechthebbende waarborgt.