ECLI:NL:GHDHA:2021:1505
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.N. Labohm
- C. Warnaar
- L.A.G.M. van der Geld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake regresvordering en alimentatie na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam. De man heeft de volledige schuld aan de hypotheekbank betaald en vordert regres van de vrouw voor de helft van deze schuld. Hij wenst dat deze betaling wordt aangemerkt als voldoening van alimentatie, zodat hij een fiscale aftrekpost kan creëren. Het hof oordeelt echter dat er geen wettelijke grondslag is voor deze vordering van de man. De man heeft op 19 juni 2017 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 20 maart 2017 van de rechtbank Rotterdam. Tijdens de procedure is de vrouw in een schuldsaneringsregeling terechtgekomen, wat heeft geleid tot een schorsing van de procedure. Het hof heeft partijen verzocht om hun standpunten over de voortgang van de procedure kenbaar te maken. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 december 2020.
De partijen zijn voormalige echtelieden die gehuwd waren in de wettelijke gemeenschap van goederen. De echtscheidingsbeschikking is op 12 december 2013 gegeven door de rechtbank Rotterdam. De vrouw is veroordeeld tot betaling aan de man van de helft van de onderwaarde van de voormalige echtelijke woning, inclusief kosten en rente, tot een bedrag van € 103.159,54. De man heeft de onderwaarde en de bijbehorende kosten volledig voldaan, maar de vrouw heeft tot op heden niet aan haar betalingsverplichting voldaan. Het hof overweegt dat de man geen grond heeft om de schuld van de vrouw op een hoger bedrag vast te stellen, en dat de vordering van de man niet kan worden gekwalificeerd als alimentatie. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.