Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 29 juni 2021
AMSTELKROON VASTGOED B.V.,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
earning capacityen geloofwaardigheid zijn aangetast, nu niet gebleken is dat anderen dan VBO kennis hebben genomen van het Rapport, of dat de Staat, voor zover dat wel het geval is, daarvan een verwijt treft. Ook de omstandigheid dat Wereldhave niet langer cliënt is van JVA en daar eventueel uit voortvloeiende schade staan niet in rechtstreeks verband tot het verstrekken van het Rapport aan VBO, aldus de rechtbank. De incidentele vordering ex art. 843a Rv heeft de rechtbank afgewezen omdat JVA daarbij geen belang heeft, gezien haar oordeel dat het strafrechtelijk onderzoek rechtmatig is geweest.
earning capacityen geloofwaardigheid zijn aangetast, nu niet gebleken is dat anderen dan VBO kennis hebben genomen van het Rapport, of dat de Staat, voor zover dat wel het geval is, daarvan een verwijt treft. JVA komt hiertegen op met grief 10. JVA voert aan dat de negatieve beeldvorming in een kleine kring als VBO snel rondzingt in de wereld van het commerciële vastgoed. JVA biedt bewijs aan van haar stelling dat het Rapport al vrij snel als een lopend vuurtje door VBO rondzong. De grief slaagt. Noodzakelijk maar ook voldoende voor een veroordeling tot betaling van schadevergoeding op te maken bij staat is dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Aan dat vereiste is ook waar het betreft de ‘earning capacity’ van JVA voldaan. De Staat heeft een Rapport dat niet anders dan een uiterst negatieve beeldvorming van JVA kon oproepen toegezonden aan een vereniging van makelaars, de beroepsgroep waartoe ook JVA behoort. Het is zonder meer aannemelijk dat deze gang van zaken de mogelijkheid van schade aan de ‘earning capacity’ van JVA insluit, bijvoorbeeld doordat, zoals JVA heeft aangevoerd, zij geen verwijzingen meer ontving vanuit de kring van VBO. Of het onrechtmatig handelen van de Staat ook inderdaad schade aan de ‘earning capacity’ of anderszins heeft veroorzaakt dient niet in dit geding maar in de schadestaatprocedure te worden uitgemaakt. Aan het bewijsaanbod van JVA op dit punt gaat het hof dan ook voorbij.
equality of armsrechtvaardigt dat, zo begrijpt het hof, dit dossier aan JVA ter beschikking wordt gesteld. JVA onderbouwt echter niet welk concreet belang zij nu nog heeft bij terbeschikkingstelling van het strafdossier, nadat zij en haar raadsman drie keer van de inhoud van het strafdossier kennis hebben kunnen nemen en de aanvankelijk gerezen verdenkingen uiteindelijk niet tot haar strafrechtelijke vervolging hebben geleid. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat JVA bij haar vordering ex art. 843a Rv geen belang heeft.
earning capacityvan JVA is aangetast.